Hong Kong

10 december 2012 - Hong Kong Island, China

Hong kong

Istanbul december 2012. De regen slaat neer op de luchthaven waar een orkaan van geluid de opstijgende en landende boeings begeleidt, die het belang aantonen van weer een economische grootmacht in wording. Turkije, schakelpunt tussen opkomende economieen aan de ene kant en het oude Europa aan de andere probeert uit beide kanten het beste te ventileren en het slechtste ervan te overstijgen. Mijn blik glijdt over de luchthaven en daar ergens in het donker zie ik plotsklaps een man zitten....gehurkt zo te zien in legergroen uniform... wat doet hij daar tussen de vliegruigen en het verkeer in de stromende regen? Als de camera inzoemt valt hij om.... wat is hier aan de hand....? De regen en wind lijken ijziger dan even te voren. Nog meer inzoemen, een gezicht willen we zien, is het een man...is het een vrouw..... wat is het.... dan een lichtflits en een donderklap, ineens is het duidelijk zichtbaar wat voor verschrikkelijks zich hier afspeelt tussen de vliegtuigen..... Het is mijn rugzak die in de regen staat te wachten op zijn vlucht naar Hong Kong. Als ik hem 12 uur later van de loopband pak op het vliegveld Hong Kong is hij nog 5 kilo zwaarder geworden.....
Maar wel het beste plekje gehad in het vliegtuig, bij de nooddeur, dus volop beenruimte. (' Stewardess er loopt water uit het plafond op me"...-"no problem, sir that's only from the airconditioner"-, als het voor haar geen probleem is, dan ook niet voor mij denk ik dan maar en ga een stukje verzitten zodat het staaltje net naast me valt.
Ik kom om ongeveer 16:30 u. aan op Hong Kong airport en kom er daar achter dat ik mijn reservering voor de komende drie nachten ben kwijtgeraakt of niet heb meegenomen.... Geen nood, het lukt op de luchthaven wel om iets te vinden waar je kan internetten.... Helaas pakt deze gok net als op het vliegveld van Istanbul verkeerd uit en beluit ik dan maar eerst de trein te nemen de stad in.... Ik blijk drie keuzes te hebben, waarbij Kowloon en Hong Kong de meeste voorkeur genieten, deze komen me het bekendst voor in ieder geval en ik kies voor de tweede optie.... De trein brengt me bij een Starbucks op Hong Kong Centraal. Hoewel ik geen fan ben, weet ik dat ze er WIFI hebben en misschien kan mijn Nokia N8 hier iets waar hij in Nederland zijn neus voor ophaalt, namelijk op een redelijke wijze internetten. Het toestel blijkt onvermurwbaar, ook hier gaat hij eindeloos op zoek naar iets dat er niet is en waar ik ook niet om verzocht heb.... Een jong Hong Kongs stel aan de tafel naast me ziet me klungelen met mijn toestel en ik vraag ze waarom ik de verbinding niet tot stand kan brengen. Dit doet ze besluiten me te helpen met hun mobieltjes, die ze als volleerde scherpschutters in no time te voorschijn toveren.... Eerst moet het probleem van het verdwenen adres via google worden getackled vinden de twee, kan ik me er nog iets van herinneren.... "het was op een berg Mount so and so... of zoiets". Onmiddelijk begint de man te zoeken en hij vindt drie mogelijkheden, de eerste heeft hij al aan de lijn ik moet even mijn naam noteren zodat hij de reservering kan checken... Ondertussen verleent zijn vrouw eerste hulp door mij haar toestel te lenen en te zeggen dat ik op haar toestel mijn mail kan checken.... Hoe moet ik aan iemand uitleggen dat er honderden mails in mijn mailbox staan, dat het uitzoeken hiervan tijdrovend is, dat de reservering misschien al gewist is, nooit heeft bestaan of weet ik wat...., maar als ik haar toestel even zou mogen gebruiken om de reserveringssite vanuit nederland te bekijken...." Ik zie haar twijfelen, de bedoeling was duidelijk niet dat ik mijn mail zou checken, maar dat we dit gezamenlijk zouden doen, als ze het me alleen zou laten doen zitten we hier morgen nog, zie ik haar denken. Haar toestel uit handen geven aan een knoeier van deze proporties zal tot niets leiden. "Nee, de eerste is niets geworden....", hoor ik de man zeggen "je naam is er niet bekend... geen reservering, ik bel de volgende." Mijn god wat een gedoe voor die mensen die ik nog maar een minuut ken, waarin ze al 1,5 reservering af hebben gebeld, drie adressen voor een mogelijk verblijf hebben gevonden, mijn mail willen checken, zich een slag in de rondte googlen en dat alles voor iemand die in hun ogen prehistorisch moet ogen met zijn mobieltje ipv. i-pad. En wat doet een volwassen vent met een rugzak?... Met pijn doet de vrouw afstand van haar mobiel en ik zoek naar het adres en vindt Mount Jockey....Dat is 'm, zeg ik... "Die heb ik nu aan de lijn, maar je reservering is er niet bekend" zegt de man (Later zou blijken dat ze om de een of andere mysterieuze reden mijn tweede naam voor mijn achternaam hebben aangezien bij het hostel. Ik ga daar toch heen, het adres wordt genoteerd in het chinees voor de taxichauffeur en als ze niet met de trein maar met de auto waren geweest hadden ze me waarschijnliijk nog voor de deur afgezet. Zoveel efficientie en behulpzaamheid in zo weinig tijd toegepast...als dit de Hong Kongse mentaliteit weergeeft, kan ik begrijpen dat het de hoogste dichtheid aan miljonairs en miljardairs ter wereld herbergt... Ik wordt in het donker afgezet bij het hostel en we zijn een lang bergpad omhoog gereden om hier te komen , dus het uitzicht moet hier prachtig zijn. Het hostel ziet er goed uit en zodra ik gestationeerd ben in mijn nog lege kamer neem ik snel een shuttlebus naar de stad om iets te eten. Het is zaak niet te ver af te dwalen in de stad, want het laatste busje gaat om 22.30 terug. Een snelle blik in de stad en een snelle hap later en eindelijk slapen na vele uren.
Hong Kong is nog geen China en je hebt geen visum nodig om Hong Kong binnen te komen, hetzelfde geldt voor Macau. Hong Kong is een autonome eenheid binnen de Chinese staat die echter wel sinds 1997 binnen China valt, terwijl het in de periode ervoor nog als Brits gold. (daarom heb ik twee keer mijn visum aanvraag kunnen invullen, want mijn datum van binnenkomst bleek niet te kloppen, wat achteraf niet uitmaakte, want.....enz.enz.) Hong Kong kun je grofweg in vijf delen splitsen. Het deel waar ik verblijf heet Hong Kong en dit staat bekend als het businessgedeelte van het geheel en heeft ook die mooie skyline die je altijd op foto's van Hong Kong ziet en inderdaad een van de mooiste beelden van een stad oplevert, die ik ooit met mijn eigen ogen heb aanschouwd. Het andere gedeelte is het zogenaamde shopping-gedeelte, genaamd Kowloon. Hier bevinden zich sommige van de meest exclusieve winkels van alle grote merken en de allerrijksten staan graag een paar uur in de rij om even bij Dior of Chanel binnengelaten te mogen worden. Dan is er nog het paradijselijke eiland Lantau en hoewel ook de luchthaven zich hier bevind, is het er prachtig zoals ik zal zien. Het vierde gedeelte wordt gevormd door een gebied genaamd New Teritories, maar dit stuk laat ik evenals een vijfde deel, het Sai Kung Peninsula even voor wat het is. Als ik wakker wordt op de berg kijk ik in de gezichten van twee medebewoners in mijn kamer. De eerste is Pierre, hij is Fransman en fietst al 8 jaar de hele wereld over, begonnen in Frankrijk, gote delen van Amerika, Australie en Azie heeft hij op de fiets bereisd en in al die jaren is hij er niet in geslaagd ook maar een enkel woordje Engels op te pikken. Terwijl hij toch ook geheel Australie van Adelaide tot Darwin is doorgefietst. Getooid met een lange grijze baard, hier en daar bij elkaar gehouden door een bandage met chinese tekens doet hij denken aan de vechtsportleraar uit Kill Bill die het Thurman zo lastig maakte tijdens de trainingen in de beruchte film (hij vertelde me dat hij in de noordelijke provincies door veel mensen voor een zuid-chinees werd gehouden omdat ze er van overtuigd waren dat de mensen uit het zuiden er zo uitzagen).... Hij is blij met mij, want door mijn steenkolen-frans open ik de deur voor gesprekken met anderen, maar voor zijn reisverhalen is mijn kennis van het Frans te beperkt. Wel krijg ik te horen dat het lekker fietsen is in Korea, maar Japan te heuvelachtig is en bovendien veel te duur.... De andere is Han, een 27-jarige computer-ingenieur uit Xiamen die de afgelopen 7 maanden 30000 kilometer gefietst heeft door China. Vanuit Harbin tot de Himalaya, Xi'an, Beijing en het gehele zuiden heeft hij befietst tot aan de noordelijke mongoolse steppen. Natuurlijk hoor ik al deze verhalen niet bij het opstaan, maar in de loop van de dagen worden we toch echt kamergenoten. Hoewel ik er overdag niet zo veel aanwezig ben, merk ik dat de beide heren dat wel zijn door de lucht die zich begint te verzamelen in het kleine vierpersooonskamertje met 2 stapelbedden en dit helpt me om mijn tijd in Hong Kong erg vroeg op te staan. Zo zie ik het vaak dag worden op de berg waarop ik me bevind en begint mijn dag meestal met van het prachtige uitzicht te genieten en vervolgens de trap naar beneden te nemen. hetgeen zeker 20 minuten duurt, voordat ik bij een bushalte uit kom. De pendelbus laat ik 's ochtends liever gaan want die is 's ochtends meestal helemaal gevuld met middelbare scholieren uit Guangzhou, die hier op vakantie zijn.... Als je s avonds in de grote keuken met verschillende grote gezellige eettafels zit komen ze af en toe bij je een praatje maken, duidelijk om hun Engels te oefenen en hoewel de communicatie (ook door mijn, voor hun onbekende, uitspraak van het engels (het Zaaengels)) niet altijd soepel verloopt is het duidelijk dat de kinderen lol met elkaar hebben en rustig en ongedwongen met elkaar omgaan.... De opvallendste van het stel is LYnn , mede omdat haar lach het gegiechel van de anderen overstijgt en de neiging heeft de hele keuken op een aanstekelijke manier te vullen. Ze heeft haar haar vuurrood  laten verven en als ze 's avonds haar eigen eten staat klaar te maken is de keuken gevuld met de heerlijkste geuren. Dat herinnert mij er aan, dat ik nog nog snel even de stad in moet voor een restaurantbezoek, want als ze er na een uur bereiding drie hapjes van neemt en het weer even van zich af schuift, zou ik het het liefste onder haar handen vandaan hebben gerukt en in een hap hebben verslonden, zo erg staat het water me in de mond.
In Hong Kong van A naar B geraken als voetganger blijkt een kennis te vereisen die ik niet bezit, kom ik op de eerste dag achter, als ik in de stad loop. De trottoirs leiden vaak nergens naar toe, worden vaak opgebroken voor allerlei werkzaamheden, leiden je naar bouwterreinen waar je zonder helm niet dient te komen of haventjes in waar je niks te zoeken hebt, maar meestal houden ze gewoon op te bestaan, wordt je route simpelweg afgebroken door een hek en kun je weer terug...( klim niet over het hek, het op oosterse wijze onverstoorbaar oversteken waarbij het verkeer vanzelf voor je uitwijkt gaat hier niet lukken....) Later (veel later en vele frustraties later) kom ik er achter dat de echte voetpaden zich in de lucht bevinden, over de snelwegen heen, of simpelweg onder ze geplakt Hiermee kun je je moeiteloos van het ene enorme warenhuis naar het andere begeven en zo op je bestemming geraken. Af en toe werp je een blik naar beneden of je al in de juiste straat zit en als dit het geval is neem je gewoon de trap naar beneden.het klinkt nu eenvoudig, maar toen ik de eerste dag had gepland met de boot naar de andere kant van het water, naar Kowloon te gaan, wist ik dit nog niet en vandaar dat ik pas na enige omzwervingen bij de pont aankwam. Onderweg wel even gedaan waar ik goed in ben en dat is eten.... Ik zie een grote indoorvoedselmarkt en kijk wat er zoal te koop is. Hier om de hoek in een van de stalletjes die vol zit met met chinezen even kijken hoe ze dit verwerken .... kijken hoe het valt..... Het is een tentje waar je normaal als westerling snel langs loopt, maar het getrainde oog weet dat waar veel mensen eten, het voedsel goed is... En dat klopt. Wat ik heb gegeten blijft voor altijd onduidelijk, want tot mijn verbazing blijkt het grootste deel van de Hong Kongers ondanks dat ze nog niet zo lang geleden onderdeel van het Britse rijk waren, de Engelse taal niet machtig en ik ken te weinig chinees om te vragen wat al die vreemde tekentjes op de kaart betekenen. Na omzwervingen aangekomen bij de boot bevind ik me al snel in Kowloon. Alles is hier gericht op inkopen doen en dat is niet mijn sterkste punt, maar ik zie al snel dat ik niet de doelgroep ben... Alles in de winkels straalt weelde uit. En in de rij gaan staan tussen de allerrijksten om allleen maar in de vitrines te mogen kijken.... Op een trap tussen de winkelstraten door liggen mensen onder een grote paraplu te slapen... dit blijkt hun huis te zijn. Het is altijd een kunst om jezelf zonder mededogen te kunnen bewegen tussen de allerarmsten, die ook hier in grote getale aanwezig zijn. Ik ben geen haar beter dan diegenen die 30 meter verderop een jurkje kopen van 2000 euro.... Ik loop langs ze of ik ze niet zie, maar maak wel snel een foto.Als ik genoeg heb van Kowloon rammelt de maag al weer een beetje en ik zie een groot bord met Korean Restaurant erop. Ik weet dat het altijd goed eten is in Koreaanse restaurants (de eerste keer dat ik zeewier at, was in een Koreaans restaurant). Ik stap in een lift van een van de wolkenkrabbers en inderdaad bevindt zich op de zesde verdieping een restaurant. Als ik binnenstap is het restaurant nagenoeg leeg, hetgeen me even doet twijfelen, maar ik wordt binnengeleid en zit al. de eerste bestelling is al gedaan (Korean Beer).... en hoewel we elkaar niet kunnen verstaan heb ik de kaart goed begrepen en wijs het eten aan. Even daarna begint het restaurant, dat een behoorlijke afmeting heeft, vol te stromen met, wat ik vermoed, voornamelijk Koreanen. Het is nu eigenlijk tot de nok gevuld en overal klinkt nu het geroezemoes en gesnater van overzeese werkers uit de volgens China zo weerbarstige gemeente. Net zoals Taiwan zich een zelfstandige staat noemt, het vaste land China ziet de beide landen nog steeds als onderdeel van China. Waar echter het chinees met name in de schrijftaal meer en meer is verbasterd en verandert, kent de Koreaanse schrijftaal nog steeds het oorspronkelijke chinese schrift, zoals het al eeuwen bestaat. Voor me staan de bekende schoteltjes met lekkernijen die de Koreaanse keuken zo lekker gevarieerd maakt en al snel heb ik dit varkentje gewassen, of eigenlijk verorbert. Als ik weer op straat sta besluit ik weer de pont te nemen om zodoende de skyline van Hong Kong Island tegemoet te varen. Zo heb je voor de paar dubbeltjes die je betaalt voor het veer een minicruise te pakken. Daarna ga ik de bus pakken naar The Peak, een bezienswaardigheid, niet alleen omdat je bovenop een berg, op een gebouw, het mooiste uitzicht van de stad hebt, maar ook omdat de busrit erheen behoorlijk stijl en spectaculair is. Met prachtige uitzichten en langs kliffen laverend wurmt de stadsbus zich omhoog, soms krakend steunend of hevig gierend. Het is ook mogelijk om terug te gaan met een tram, maar dat laat ik voor wat het is. Na een van de bochten op de heuvel openbaart zich een enorme begraafplaats. Overal over de heuvels lijken zich graven te bevinden en niet strikt geordend, het lijkt wel of het willekeurig over en door elkaar is gesmeten. Een beetje de begraafplaats van Praag maar dan duizend keer groter. Ik besluit om, voordat ik terugvlieg naar Nederland, er nog een bezoek te brengen om de kijken wie hier verzameld liggen op deze twee enome heuvels. Bovenaan aangekomen volg ik, samen met een Engels ouder echtpaar, dat ook in verwarring rondkijkt, de rest van de buspassagiers. Dit leidt echter nergens toe, een nieuwe shopping mall duikt op en de hele groep verdwijnt daarin......Waarom je het aardse shopping-paradijs Hong Kong verlaat en na een busrit van een half uur verruilt voor een volgend warenhuis op grote hoogte is me een raadsel. Na enig zoeken hebben we dan toch het uitkijkpunt gevonden, een extreem lelijk gebouw, grijs getint lijkt het op een wok. Het uitzicht is inderdaad prachtig en na enig rondhangen besluit ik de bus terug te nemen. Hoewel ik het goede voornemen heb om nu al uit te stappen bij de begraafplaats val ik op de terugweg in slaap, de jetlag die me, in combinatie met de ietwat bedompte lucht in ons kamertje, om 7 uur deed opstaan krijgt even zijn zin en ik schrik wakker als we al in het centrum rijden. Plots zie ik een fitness en sportcentrum voor me en ik noteer de naam van de straat in gedachten. Geen enkele reden om er niet even een kijkje te nemen een dezer dagen. Om de een of andere reden staat het pendelbusje klaar als ik langs het vaste vertrekpunt kom en ik besluit hiervan te profiteren. De bus is helemaal gevuld met de chinese studenten van gisteravond en gierend van de lach en vrolijk kwetterend kruipen ze bij elkaar op schoot, om ruimte voor mij te maken, zodat ik kan gaan zitten. De chauffeur blijkt een Chinese versie van Dr. Jeckyl and mr. Hyde, want waar hij zich eerst op een rustige, bijna slome manier door het verkeer bewoog, geeft hij nu plots overal vol gas, remt slechts zelden. Alleen omdat de bus zo volgepakt zit met passagiers houdt hij in de bochten vier wielen op de weg. Het zou kunnen dat hij geirriteerd is door de ongedwongen vrolijkheid en drukte achter hem van de scholieren, misschien is zijn testosteron wat verstoord geraakt door het hoge percentage vrouwelijk schoon achter hem, wie zal het zeggen, feit is dat we met zijn allen na wat gerust een dollemansrit genoemd kan worden, worden afgezet voor het hostel . Hier tref ik in de keuken het frans-chinese fietskoppel in gezelschap van een chinese dame, het stel heeft vermoedelijk samen inkopen gedaan, want er wordt al weer in de keuken gerommeld. Twee meisjes uit de New Territories komen naar me toe voor een praatje en we communiceren op de bekende moeizame wijze, met gebruik van een woordenboek en tal van misverstanden, maar dat is juist wat reizen leuk maakt. Qui en Tang zijn overgekomen om de drie dagen vakantie die ze hebben per jaar (!!!!) door te brengen op Mount Jockey. Op mijn opmerking dat ze hier waarschijnlijk zijn gekomen voor het shoppen, kijken ze me niet-begrijpend aan. Ik vermoed dat de financien de twee er toe nopen op de berg te blijven en dat shoppen hier voor hen helemaal niet mogelijk is. Terwijl de twee cyclisten naast me zijn neergestreken met een pak in de magnetron opgewarmde noodles, vertel ik hun verhaal aan een chinees meisje tegenover me die met een zwaar aangezet amerikaans accent antwoord geeft. Puck heeft een jaar in Iowa muziek gestudeerd en dat mogen we horen ook. Op de vraag welke instrumenten, antwoord ze dat dit traditionele Chinese instrumenten waren. In gedachten zie ik Puck een uitvoering geven voor een zaal voor Iowese, met cowboyhoeden getooide rednecks, die, zoals we weten, niets liever doen dan luisteren naar traditioneel Chinese muziek en ook voor een Chinese Opera hun neus niet ophalen. Puck vraagt de chinese wielrijder om een handtekening en adresgegevens en naam." 'T is een incredible story van dat fietsen en als hij bekend wordt kan ik mensen vertellen dat ik hem ken, dat doe ik wel vaker met mensen, waarvan ik denk dat ze bekend worden (zo heeft ze mijn adresgegevens en handtekening niet genoteeerd). Zo heb ik laatst het adres en de naam opgeschreven van een jongen die auditie ging doen voor een bekende Soap-serie (de naam zegt me natuurlijk niets), stel dat hij beroemd wordt, dan kan ik zeggen dat ik hem ken." (juist). Later 's avonds doe ik de eerste vergeefse poging om Vietnamees te gaan eten in het restaurant Nha Thrang, die blijkt echter stampvol te zitten en ik dwaal hier wat door de straten. Dit is de wijk waar de expads samenkomen. Een expad zijn in Hong Kong, als je vrouw bent, valt niet mee is me ook in de stad al opgevallen. Het is vooral een zaak van sjacherijnig kijken en gehaast doen, waar de mannen een meer ontspannen uitstraling dienen te hebben, maar ook dit is waarschijnllijk gespeeld. Ik beland uiteindelijk bij eeen Italiaans restaurant, de zaak is goed gevuld, maar dit blijkt allemaal familie van de eigenaar. De pizza die ik krijg is niet bijzonder, de prijs enorm en de aandacht van de eigenaar voor zijn enige echte klant is met zoveel familieaanwezigheid te verwaarlozen. Morgen ga ik naar het eiland Lantau, een uurtje varen van Hong Kong. Als ik de volgende ochtend de bus wil pakken is hij al gevuld met studenten, dus ga ik lopen en pak beneden een stadsbus en de boot naar Lantau Island. Lantau Island blijkt de uitstraling te hebben van een vakantie-eiland op het eerste gezicht, maar ik ga een enorm buddha-beeld bekijken bovenop een berg met daarnaast een tempel. "Wil je de monnik op de berg zien", zegt Hai. "Wat?" zeg ik. Dat zeg ik iedere keer als hij wat zegt. Na al die tijd versta ik hem nog slecht. Hij spreekt weliswaar goed engels, mijn gids van de afgelopen 8 dagen, maar ik heb altijd moeite met accenten, dus herhaalt hij onverstoorbaar wat hij net al zei; "Of je de monnik op de berg wilt zien...? Er staat hier op een bord dat ie er zit." Eigenlijk vanaf dat we de stad Danang hebben verlaten moet Hai improviseren met zijn gidswerk, maar dat maakt me in zijn geval niet uit. Door zijn warme uitstraling legt hij veel contacten onderweg en heeft hij me al verschillende dingen laten zien, waar ik anders misschien voorbij zou zijn gegaan. De ene keer staan we bij een gezin aan de ontbijttafel en legt me uit hoe dit in Vietnam werkt, de andere keer laat iemand ons zijn landggoed zien, dat hij na de oorlog na de gedwongen verhuizing van Noord naar Zuid-Vietnam heeft weten op te bouwen. Hai was op zijn 18e werkzaam voor de amerikanen en werkte als boordschutter in een bommenwerper. Gevangen in dit kooitje onder het vliegtuig heeft hij tot 3 keer toe een kogel in zijn lichaam voelen verdwijnen, weliswaar zonder blijvende gevolgen, maar wel kan hij de wonden van in- en uitschot tonen, die als littekens de gruwelijke tijd beschrijven die een 18-jarige wereldvreemde jongen moest doormaken, waarbij hij nog een van de gelukkigen was. "Goed". We rijden lang genoeg en het is verzengend heet hier, tussen de 40 en 45 graden, schat ik. Het is het beste uit te houden, als we bewegen, rijden, op zijn Honda, maar we rijden al een tijdje en je wilt ook wat anders zien dan dit prachtige junglelandschap aan je voorbij te zien vliegen. Dus buigen we af een klein weggetje op. Even verderop een soort poort over een pad en een tekst ernaast. "Hier staat dat er een bootje naar de voet van de berg gaat". "We lopen wel". Ik zie geen boot, sterker nog , ik zie helemaal niemand en op het water zal het niet koeler zijn. Om het meertje heen lopen blijkt iets verder dan het het lijkt, maar het is een mooie omgeving, dus wat maakt het uit. Aan de andere kant van het meer komen we bij een trap, die hier en daar overgaat in verhogingen in de grond, afgezet door hout of stenen. Na een half uurtje traplopen komen we eindelijk iemand tegen, het blijkt een boer te zijn en hij biedt ons water aan. Hai weigert. "Hij zal ons een hoop geld vragen voor dat water omdat het zo heet is en die monnik kan niet ver meer zijn, we lopen al een tijdje, die geeft het ons voor niets." Soms is het net of Hai de zuinige backpacker is, waar ik me zo vaak aan stoor. Dat afdingen van die lui op bedragen van niets en dat met de neus in de wind weglopen als ze het gevoel hebben dat ze meer moeten betalen dan een ander om er nog een maandje extra vakantie aan vast te kunnen plakken aan het eind van de trip. We lopen verder en verder en eigenlijk lijkt er geen eind aan het pad te komen. De zon staat nu op zijn hoogste punt en het is echt ontzettend heet. Na een tijdje komen we een paar vrouwen tegen die de andere kant op gaan, de trap af, beladen met een enorme berg takken, deels op hun rug, deels op hun hoofd. Ze stoppen en Hai maakt een praatje met ze. "Ik heb ze gevraagd waarvoor dat hout is en ze zeggen dat ze er beneden een goede prijs voor krijgen. Ze verzamelen het boven op de berg en brengen het naar beneden waar ze er zo'n 0,60 dollarcent voor krijgen. Ze kunnen dit twee keer per dag doen. Verderop is een riviertje, daar hebben we wat verkoeling. Ik heb ze niet gevraagd hoe lang we nog moeten lopen, want ze lopen twee keer zo snel als ons...." Ik zie de vrouwen de enorme berg takken weer op hun kleine gestalte hijsen en op een half drafje vervolgen ze hun weg. Hoe sterk moeten deze mensen zijn en hoe snel opgebrand. We komen bij het riviertje als beloofd, door de tijd van het jaar niet meer dan een stroompje, maar heerlijk verkoelend. We zitten met onze voeten in het water, de meeste kledingstukken hebben we onderweg al uitgedaan. "Denk je dat we het kunnen drinken, dit water?" Hai is net als ik een stadsjongen en heeft net als ik geen verstand van dit soort "survival-zaken". "Laten we het er niet op wagen", zeg ik, "want als het verkeerd uitpakt, een boer kan wel net 30 meter verderop zijn behoefte in het water hebben gedaan." We besluiten nog eens alles op alles te zetten en merken dat we dichterbij komen, hier en daar verschijnen kleine altaartjes en zelfs een klein tempeltje bevindt zich daar tussen de struiken. Toch duurt het nog een uur voordat we uiteindelijk bovenop de berg bij de monnik geraken, een allervriendelijkste oude man die een opmerkelijke interesse voor mijn zonnebril blijkt te hebben. Na hem te hebben gegroet, grist hij hem uit mijn haar en zet hem op zijn neus en de gehele tijd dat we bij hem verblijven blijft hij daar zitten. Een stokoud, ze lijkt nog ouder als de monnik, vrouwtje geeft ons voedsel. Het zijn een soort witte knollen, zo groot als spruitjes, in, wat lijkt, gewoon warm water, maar het is het lekkerste dat ik in jaren gegeten heb en bij het kommetje water dat me wordt overhandigt zijn alle ideeen over flessenwater en gevaren die me bij het riviertje nog van drinken deden afzien, verdwenen. We hebben al met al 2,5 uur over de klim gedaan{!!!! )'het stukje rond het meer niet meegerekend. We zitten nog een tijdje en ik kijk wat om me heen. Ik zie overal zakken cement liggen, er wordt nog volop gewerkt aan het onderkomen van de monnik, ik neem wat foto's en het wordt langzaam tijd om afscheid te nemen Waarschijnlijk ook van mijn zonnebril bedenk ik me, het is nog een lange weg terug. We staan op en Hai verdwijnt uit het zicht. Even later is hij terug met twee flessen drinkwater, verzegeld en al. Aan de achterkant van de tempel blijkt zich een klein winkeltje te bevinden met eerste levensbehoeften, hoe is dit toch mogelijk.... Ik moet zelf gaan kijken om het te geloven. We nemen afscheid van de monnik en zijn oude hulp en voor we weggaan, zet hij schaterend mijn zonnebril weer op mijn neus. Ik doe een laatste poging, maar hij neemt hem niet aan. De terugweg gaat aanmerkelijk vlotter en het begint al wat laat te worden, dus we lopen door. Plots komen we een man tegen, vietnamees, in zwart pak gekleed. Hai en hij wisselen wat vriendelijkheden, maar de man moet duidelijk verder. "Een overheidsman", zegt Hai, zonder zich te bekommeren over het pak dat de man draagt. "hij zei dat hij nog nooit een blanke op deze heuvel heeft gezien." Bij zoiets weet je nooit of het gezegd wordt, omdat je dat graag wilt horen als reiziger. Zeker is dat Hai, hier in het noorden als zuiderling, de contacten met autoriteiten tot het minimum wil beperken, gewend als hij is aan de pesterijen en de willekeur die tussen de beide kampen nog steeds aanwezig is. Erover spreken doet hij liever ook niet, dus dan maar liever dit gezegd. Later komen we de vrouwen weer tegen, ditmaal met een zak cement op hun hoofd. Alsof die er niet ligt, maken ze nog even een praatje met Hai. We vervolgen onze weg."Ze brengen het cement nog even naar boven voor de bouw van de tempel van de monnik", zegt Hai, hij maakt een blazend, bijna fluitend geluid. "Dat doen ze voor niets....."(Vietnam 2004)
De rit naar het beeld met de bus over het eiland is erg mooi. Door de klim die erin zit, wordt je getracteerd op mooie uitzichten vanuit de bus. Ook zie ik verscheidene stranden en zelfs een plek waarop volop gesurfd en gekite-surfd wordt. Getrokken door de enorme vliegers scheren ze over het water en dit gekoppeld aan het zonnige weer lijken ze een reclamefolder voor een tropisch eiland te willen nabootsen. Toch is dit eiland ook de plek waar zich de luchthaven bevindt, dus dit alles hebbende, moet het een eiland van behoorlijke afmetingen zijn De vliegtuigen die ik zie, maar niet hoor, bevinden zich op grote afstand en ook de busrit neemt dik een half uur in beslag. Alles wijst hier op een prima plek om de drukte van Hong Kong op een uur varen achter je te laten en, opmerkelijk, bereikbaar met de metro vanwege het vliegveld. Zo kom ik erachter dat het mijn tweede bezoek is aan het eiland, ik ben hier aangekomen. De Buddha op de berg is inderdaad groot en ik beklim de trap tot aan de voet van het beeld en besluit dat ik zo genoeg uitzichten heb gehad. Er is ook een kabelbaan die ik kan nemen, maar die laat ik voor wat het is. Ergens in mijn achterhoofd weet ik dat ik hier terug kom om terug te vliegen en misschien kom ik hier ook wel terug. Wat ik dan nog niet weet , is dat ik na 2 dagen China al besluit om mijn verblijf daar tot het uiterste uit te rekken en Hong Kong verder te laten voor wat het is. Het tempelcomplex is op een steenworp afstand afstand en ik daal af. Er is een grote tempel achter de andere geplaatst, deze wordt volop gerestaureerd en staat erbij als ieder willekeurig museum in onze hoofdstad  de laatste 10 jaar, in de steigers. Het restaureren gebeurt in China, net als bij ons, met veel precisie en oog voor detail. Bovendien is het hier nog zo dat er voldoende vaklieden voorradig zijn om het origineel resultaat zo dicht mogelijk te benaderen. Nadeel daarvan is alleen soms dat je jezelf geconfronteerd voelt met een nieuw gebouw. Waarom de twee tempels pal achter elkaar zijn gebouwd is me een raadsel, maar daar is misschien een logische verklaring voor. Ik weet dat het in het oude Europa vaak gebeurde dat de vorst een kerk van zijn eigen christelijke religie pal voor die van een andere christelijke richting liet bouwen, puur om te pesten, maar zonder de andere kerk te hoeven slopen en zo een nieuwe godsdienstwist uit te lokken. Misschien speelt iets dergelijks binnen het boedhisme ook. Voor ik het eiland verlaat ga ik nog langs bij een vissersdorpje, waar de mensen in een soort stalen huisjes op palen leven en hoewel ze oorspronkelijk van de visvangast leefden, is daar inmiddels het toerisme als voornaamste inkomstenbron bijgekomen. Deze aparte manier van leven, bij de soms niet geringe temperatuur hier, trekt een hoeveelheid jaarlijkse pottenkijkers, waar ons eigen Volendam zijn neus niet voor op zou halen. Als ik het even later met eigen ogen aanschouw blijkt nog niet iedereen te hebben geprofiteerd van het toegenomen toerisme en zijn er nog genoeg armoedige plekken te aanschouwen om het geheel authentiek te kunnen noemen, om de vergelijking met Volendam snel spaak te doen lopen. Ik loop nog even verkeerd in het dorpje en om over de wirwar van planken aan het eind in een doodlopend stuk bijna het piepkleine woonkamertje binnen te stappen van een van de bewoners , geeft een bevreemdend gevoel. Al deze nauwe straatjes boven het water zijn een waar doolhof en over hoe dit er 's avonds in het donker uitziet kun je slechts speculeren. Het wordt tijd voor de terugweg en ik heb mezelf nog twee doelen gesteld voor vandaag. Ten eerste wil ik morgen voordat ik afreis naar het echte China nog even trainen en ga ik kijken wat de mogelijkheden zijn voor een eenmalig fitness-rondje. Het tweede is om zo vroeg mogelijk binnen zien te komen in Na Thrang, het Vietnamees restaurant, dat nog niet uit mijn gedachten is. Als ik terugvaar naar Hong Kong wordt ik getracteerd op het mooiste zicht op een wereldstad dat ik ooit heb ervaren. In de verte doemt het op. Hong Kong Island. Het is alsof een reuzenhand deze pinnen van onder af omhoog heeft geduwd. Onmogelijk staan ze daar en dreigen het eiland om te kantelen. Steeds groter worden de gebouwen. Wie dit heeft bedacht is me een raadsel, maar het moet een uit de hand gelopen grap zijn, met een verbluffend resultaat. Zoals de cathedraal van Barcelona, maar dan met meerdere schuldigen. En magnifiek gezicht. Eenmaal terug op het vaste land van Hong Kong, besluit ik de metro te nemen en op zoek te gaan naar mijn eerste doel. Echter, een metro heeft meerdere uitgangen en waar ik uit de metro kom, daar lijkt het geenszins op de plek waar ik met de bus eerder langs gereden ben. Gelukkig heb ik de naam onthouden van een van de gebouwen die er naast stonden. Het Lipo Building, dankzij deze naam eenvoudig te onthouden en na wat rondvragen heb ik het gevonden. Eenmaal een rondje om het gebouw zie ik mijn doel voor me aan de overkant van de straat zo'n 30 meter verderop. Hier kan men overdag niet oversteken heb ik al snel gezien en boven me ontspint zich een woud van mogelijkheden; looppaden, bruggetjes, voetgangertunnels, het lijkt wel een schilderij van Esscher. Net als je denkt de juiste te hebben, buigt hij af en gaat hij naar een lager punt in een andere straat. Na enig geworstel heb ik de , waarschijnlijk niet kortste, route gevonden. Je bewegen door de lopende menigtes in Hong kong vereist slechts een kwaliteit, je moet "van Hong Kong" zijn. en dat ben ik duidelijk  niet. In drommen verplaatsen de massa's zich dwars door elkaar, als het verkeer op een Indiaas verkeersplein, ondertussen bellend, sms'end, internettend op de mobiel of simpelweg de krant lezend zonder elkaar ook maar te raken of zich te moeten verontschuldigen. Iets simpels als een deur open houden voor iemand verstoord het evenwicht al en zorgt voor onwelkome opstoppingen, hetgeen je "sorry" doet zeggen tegen degene voor wie je de deur openhield. De andere driehonderd "sorries" zijn voor de bijna aanvaringen (net liepen we toch allemaal links) met op volle snelheid op je afkomende Hong Kongers die , gewapend met alle moderne communicatie-middelen en aktetassen recht op je af stevenen om slechts een seconde voor de fatale impact om je heen te vliegen (of misschien zelfs wel over je heen), zonder je te hebben gezien. Jij staat daar te wachten op de klap, verstijfd, er gebeurt niets. Zal ik een geest zijn en lopen ze door me heen? Aan hun onverstoorbare blik te zien wel. Niet stoppen nu, want als een rots in een rivier veroorzaak je allerlei nieuwe stromen, die het ritme verstoren. Het blijkt dat ik voor zo'n 30 euro per sessie mag trainen in het fitness-complex. In ruil daarvoor krijg ik wel kleding en handdoeken zoveel als ik wil. Die 30 euro is waarschijnlijk om te voorkomen dat mensen zoals ik er ook komen trainen, maaar ik besluit er morgen toch heen te gaan. Mijn tweede doel is wederom onbereikbaar, hoewel ik er om 16:30 voor de deurstaat blijkt het te zijn afgehuurd door een besloten groep en en gaan voor mij de deuren pas over anderhalf uurr weer open. Ik geef het op en het lijkt me verstandiger mijn heil ergens anders te zoeken... Ik heb in het tempelcomplex nog vegetarisch gegeten, maar vul de leegte die dit achter heeft gelaten aan in een van de vele kleine chinese eettentjes. Hoewel nog steeds in de dure expat-wijk gelden in het restauarantje nog altijd de regels van deze Chinese eigenaresse. Chinese prijzen en iedereen is gelijk... Iemand die in duur driedelig pak even snel een hap naar binnen werkt tussen de vergaderingen door, omdat het zo verdomt lekker smaakt, wordt op dezelfde onbeschofte manier behandelt als ik of de chinese schoolkinderen een tafel verderop. Eigenlijk zijn we haar keuken helemaal niet waard, dus kiezen wat je wilt, opeten en oprotten en oh ja, tot morgen, want eenmaal geproefd, ben je er morgen toch weer, al sla ik je met een stok. Zo, dat was even lekker, tijd om terug te gaan naar het hostel, waar ik al snel in slaap val en om 21.00 uur wakker wordt en me naar de keuken begeef, waar het altijd gezellig toeven is. De scholieren zijn vertrokken, de Fransman gaat op tijd zijn bed in en ik blijf met de fietsende computertechnicus achter in de keuken en enkele nieuwe gasten en samen doen we, terwijl we aan ons bier nippen, waar de aziaat goed in is, we zwijgen samen en lijken daarmee intens tevreden.....
Guangzhou

Als ik de volgende ochtend ga inpakken voor het beginpunt van mijn reis door china, Guangzhou,is mijn kleding weliswaar weer droog na het avontuur met Turkish Airlines, het heeft duidelijk een wasbeurt nodig. Ik had me al eerder voorgenomen dit in Guangzhou te laten doen, waarschijnlijk is zoiets in China goedkoper dan in Hong Kong. Het tweede dat ik doe die dag, is de stad in gaan en na iets te hebben gegeten ga ik lopend naar de fitnessclub. Het is handig dat je geen kleding hoeft mee te brengen en  gewoon met je buitenschoenen naar binnen mag. Na twee uur sta ik weer fris buiten, zelfs scheren was binnen mogelijk, allles lag klaar. Het pendelbusje blijkt niet aanwezig deze laatste keer dat ik hem nodig heb en dat is voor het eerst, dus pak ik een taxi. Als ik aankom bij het hostel heb ik nog precies 5 minuten om mijn spullen te pakken en dat lukt, want alles staat klaar, omdat het busje klaar staat voor vertrek naar de stad. Ik heb ontdekt dat het mogelijk is de metro en een paar haltes trein tot aan de grens te nemen bij Shenzhen. Hier aangekomen moeten we lopend de grens over kom ik daar achter. Na enig gezoek kom ik bij de grens aan, een enorme hal, berekend op een enorme toevloed aan mensen die er gelukkig  niet zijn. Dan dendert een geluid door de ruimte en als een enorme zwerm vogels, het geluid aanzwellend tot de hele hal ermee gevuld is, arriveren er honderden schoolkinderen van tussen de 6 en 8 jaar, allen in onberispelijk schooluniform en slechts te onderscheiden aan de verschillende schooltasjes op hun rug. De hele dag in het keurslijf geperst op de ongetwijfeld strenge scholen in Hong Kong , waar deze kinderen waarschijnlijk basisonderwijs volgen, zijn ze aan het eind van de dag weer onderweg naar China . Nu, met een minimum aan begeleiding, bij het passeren vande grens, komt de opgekropte energie eruit. Ze rennen en vliegen door de hal, joelen en schreeuwen dat het een lieve lust is, om pas weer tot rust te komen in de ontvangsthal, waar ik de verschillende ouders al klaar zie staan. Het zal me altijd blijven verbazen, hoe de kinderen die schooluniformen in de stofwolken en vuiligheid die je overal waarneemt, er zo smetteloos kunnen laten uitzien na een dag school. Misschien beeld ik me dat in en staan miljoenen vertwijfelde moeders avond aan avond te proberen het ooit zo witte uniform van zoon of dochter voor de volgende ochtend weer als de dag ervoor te krijgen of misschien nog witter. (Het mooiste schooluniform dat ik ken is de witte Ao Dai, door de meisjes gedragen iin Vietnam. Als witte feeen dansen ze op hun fietsjes, of lopen, tussen het verkeer door en waar jij je na een uurtje al smerig voelt, is er, ook als het geheel zich weer naar huis spoedt, geen verschil te zien de kleding lijkt onaangedaan door het vuil). De rugzak voelt als vanouds ongemakkelijk aan en dit gekoppeld  met de temperatuur heb ik wel door dat mijn gesjouw ermee niet te lang moet duren, anders ben ik drijfnat van het zweet. Voorbij de grens geraken is makkelijk (slechts twee maal sta ik in de verkeerde rij), eenmaal in China denk ik op de zelfde voet door te gaan als in Hong Kong. Dat gaat niet lukken. Ik heb in Hong Kong nog wel snel even het adres van het hotel opgeschreven, toen ik langs de Starbucks liep. Daar staat altijd wel iets waar je op kunt internetten, maar dan allleen voor snel gebruik. Het is me al snel opgevallen, dat als je in Hong Kong vraagt naar een internetcafe ze je aankijken of je vraagt waar de dierentuin is, waar ze de laatste dinosaurier in een kooi hebben zitten, de jongeren weten helemaaal niet wat je bedoelt. Dit is vervelend om verschillende redenen, het e-mailen is beperkt tot een minimum en het reisverslag dat ik beloofd had te zullen schrijven zal toch echt achter een computer moeten gebeuren. Ik loop nu al drie dagen achter op schema. Eerst even pinnen. Echter, de zo handige teksten in het Engels, ontbreken hier overal. Bijzonder, want 20 meter verderop.... Gewoon even vragen aan een balie. De jongeren daar wijzen me naar een automaat aan de overkant. Ik krijg er echter geen geld uit, slechts chinese teksten op het scherm. De man naast me schiet te hulp, "you card no good", zegt hij. Slechts iemand met bovennatuurlijke begaafdheden weet in zo weinig tijd zo veel over me te vertellen, maar ik weiger te geloven dat hij het zo bedoelt, als het overkomt. Dus heb ik altijd nog een kaart voor dit soort gevallen paraat van amerikaanse makelij. Ha, let op. Ook in dit geval "card no good". Nu begint na zo'n 10 minuten in China, het zo zorgvuldig opgebouwde imago van de ervaren reiziger al haarscheurtjes te vertonen. Ik sta hier in China, kan niet terug, maar ik krijg geen geld uit deze automaat en al die tijd hangt die rugzak daar aan mijn schouders te trekken, zal ik het daar soms extra warm van krijgen. Nog maar eens vragen aan de balie aan die mensen. Die spreken alleen Chinees, dus na een vriendelijk Nhi Hao, een willekeurige Aziaat aangeklampt. Hij spreekt goddank Engels en hij raad me aan naar de andere kant van de hal te gaan en daar Hong Kong dollars te wisselen. Hier heb ik er gelukkig nog wat van. De balie waar ik al tot twee keer toe informatie ben gaan halen en die ik nu dus voor de derde keer in 10 minuten aandoe,  blijkt een grenswisselkantoor, maar dit woord had ik me via de ANWB-cursus Mandarijn nog niet eigen gemaakt. Opgelucht ga ik met mijn eerst verkregen yuans naar de kaartjesautomaat voor de trein naar Guangzhou (lukt ook al niet zonder hulp van twee jongelui naast me), mijn eerste stop in China en met het betreden van de trein win ik iets van het  geschonden zelfvertrouwen terug. Als ik aankom in Guangzhou is het al donker en ik beluit, omdat ik totaal geen idee heb waar het hotel is of waar het zich bevind, aangekomen op het station naar een taxi- en hotelboekingskantoor te lopen voor de juiste locatie. Ze zullen me er voor een flinke prijs ook heen willen brengen, maar het is hier behoorlijk warm en eerst maar even uitblazen in mijn hotel, dus dat neem ik voor lief. Mijn hotel in Guangzhou heb ik van te voren geboekt. Het was een aanbieding en leek een oase van luxe en rust om mijn reis mee te beginnen. Een nieuw hotel, enorm groot, maar ik had een adres nodig in China voor mijn visumaanvraag en zo'n prachtig hotel zou bij iedere hardwerkende Chinese bureaucraat zijn hand met goedkeuringsstempel als vanzelf op mijn document doen zakken en hem doen mijmeren over de voornaamheid van de ongetwijfeld belangrijke buitenlandse gast, die een zo voorname plek had uitgezocht om zijn drukke bestaan even te onderbreken in  het rustieke Guangzhou.... Het hotel bleek echter onbekend, ook bij de mensen die er hun dagelijks brood mee verdienden alle hotels van Guangzhou te kennen. Zelfs de locatie was hun onbekend, maar ik hoefde me niet ongerust te maken, voor een kleine 150 yuan brachten ze me waar dan ook op de kaart van Guangzhou. Aannemen maar deze aanbieding, want het werd later en later en ik had nog niet gegeten. De chauffeur sprak geen Engels en ik geen Chinees, maar ik kreeg wel de indruk dat de vele telefoontjes die de man onderweg te verwerken kreeg te maken hadden met het feit dat er op zijn kantoor nog steeds naarstig werd gezocht naar het adres van mijn o zo luxe hotel. Gelukkig bracht dit getelefoneer geen andere weggebruikers in gevaar, want we belandden in stilstaand verkeer in zo'n  6 of 7 banen eenrichtingsverkeer in het rustieke Guangzhou, wat zich op de andere 6 banen terug afspeelde in het verkeer zal ik nooit achterkomen, maar ik vermoedt dat die ook niet veel verder kwamen dan voortschuifelen als ons. Omdat het geschreeuw door de telefoon was afgenomen en na enkele telefoontjes was overgegaan in een goedkeurend "Habba, Habba",  begreep ik dat de locatie inmiddels bekend was, hetgeen de chauffeur deed besluiten een  Chinese versie van ..... maar dan versneld afgespeeld met een piepstemmetje op te zetten via zijn cd-speler. Een vent van mijn leeftijd met een bijzondere smaak qua muziek, zal ik maar zeggen... We komen aan bij het hotel en hij is net zo verbaasd als ik. Voor ons doemt een gebouw op van zo'n 40 verdiepingen. Inderdaad staat de naam van mijn hotel op de gevel, de chauffeur rent naar binnen op het te checken voor me.... het klopt en tot ziens. Het gebouw ziet eruit zoals een gebouw van veertig verdiepingen eruit kan zien, dat zijn laatste krachten aan het verspelen is aan slechts overeind blijven staan. Deze enorme lamgeslagen oudere boxer wachelt weliswaar nog door de ring, maar vergeet niet de prijzen uit het verleden die hij ooit won. Deze worden weerspiegeld in een enorme lobby voor de gasten , het huisvesten van maar liefst drie warenhuizen verpreidt over 6 verdiepingen en drie restaurants op verschillende verdiepingen, qua grootte te vergelijken met geen ander als ooit door mij bezocht in Nederland. Aan de enorme balie van het hotel tref ik onder de personeelsleden een dame die engels spreekt, mijn reservering is echter bij hun niet bekend. "Dat moet...." protesteer ik enigsszins zwak. Ha, ze had me niet vanmiddag moeten treffen, toen ik net fris uit de sportschool in Hong kong als man van de wereld naar buiten het zonnetje in stapte, klaar om effe naar China te gaan vanmiddag. Mijn moment van zwakte ziet ze, de dekking te laag, dus daar komt. "Maar we hebben wel een kamer voor u, hoor, meneer." Ik geef nog niet op en frommel het  inmidddels door de hitte wat beduimelde servetje van de Starbucks met daarop het handgeschreven adres en kamernummer van de reservering tevoorschijn, waarmee ik het tot nu toe helemaal tot in de lobby van dit hotel van mijn dromen heb geschopt ("comes with free acces to the fitness-room and swimming-pool") onder haar neus. Ze leest het, haar gezicht verstard en in gedachten zie ik haar afscheid van me nemen. "No sir, not here thank you, bye, bye". En ze weigert verder nog met me te praten. Verbaasd kijk ik naar het papiertje, staat er iets onwelgevalligs op. Feit is dat ik hier niet verder kom, mevrouw geeft haar aandacht aan een volgende klant en ik besluit me even te nestelen in het koffiepunt in de hoek van de lobby om de ontstane status quo te overdenken. Ik ben hier op het juiste adres vermoed ik, het nummer, de naam, alles klopt, misschien als je het achteruit opleest ontstaat er in het chinees een vies woord, waardoor met name vrouwen zich hier beledigt door kunnen voelen, maar dit moet dan per ongeluk zijn ontstaan. Ik kijk nog een keer naar de balie, maar aan de ijskoude blik te zien hoef ik geen nieuwe poging te wagen. Het meisje dat me koffie serveert neemt mijn laatste yuans, gewisselt bij de grens, in ontvangst en hoewel ze geen Engels spreekt duw ik haar het schuldige briefje onder ogen. Ze kijkt schichtig om zich heen, "80e verdieping, sir", hoor ik haar bijna fluisteren en ze snelt weer achter haar balie.....  Zo hoog was dit gebouw toch niet? Ik besluit het over een andere boeg te gooien.  Eerst ga ik een bank zoeken en geld pinnen, dan kan ik desnoods opnieuw boeken in dit hotel. Dat zal me wel meer geld kosten, maar misschien dat dan alles weer goed is tussen mij en de dame achter de balie en verdomd, van zo ver lijkt ze helemaal niet meer zo boos.... Ik hijs mijn rugzak weer op mijn rug en loop met mijn handbagage in de hand de toerist te spelen dat het een lieve lust is, iedere gewiekste misdadiger pikt me er zo uit, maar niemand reageert op dit buitenkansje.  Ik ga proberen geld te pinnen, waarbij het zaak is niet te ver af te dwalen van "mijn" hotel, want het is moeilijk te vinden, heb ik gemerkt, ook al torent het hoog boven iedereen uit. Vroeger liep iedereen er zo op af als je ernaar vroeg, maar dat was vroeger, heel veel vroeger.... Als ik terugkom in de lobby voel ik me beter. Het is gelukt om te pinnen en met geld in je zak voel je je toch een stuk aangenamer. Onderweg naaar de bank heb ik het volgende bedacht, waarschijnlijk bevinden zich verschillende hotels in het zelfde gebouw, het is slechts een kwestie van zoeken op welke verdieping mijn lobby zich bevindt. Ik nestel me wederom in het koffiepunt en vraag aan het meisje of ze even op mijn spullen kan letten, dit wil ze wel en ik ga even naar de 80e verdieping, ze bedoelt vast de 8e.  De 8ste blijkt het niet te zijn, ook de verdieping waarop zich mijn kamernummer bevindt, is het  niet. Wacht eens, er staat nog een kamernummer op, op de 18e. Dit lijkt op 80 en ja hoor, in een van de kamers bevindt zich een kantoor annex opslag en alles is in kannen en kruiken.... (deze mensen zijn gewoon vanuit een kamer in dit enorme gebouw een kantoor begonen, waarin ze onder de naam van het hotel met de lobby, onder dezelfde naam kamers verhuren. Omdat ze nieuw zijn in de bussiness zijn ze een nieuw hotel, weliswaar in een oud gebouw, maar nieuw is nieuw, niet waar. Ondertussen parasiteren ze lekker op de naam van het oorspronkelijke hotel, vandaar dat de eigenaar het personeel beneden in de lobby heeft opgedragen de cooperatie met gasten van  het andere hotel tot een minimum te beperken. Een knap staaltje chinees ondernemingschap, want in de naam zit zelfs de hotelketen The Grand verwerkt, wat al menigeen op dit koopje heeft doen afkomen, vermoed ik als ik de reacties op internet lees over dit hotel) Pinnen kan nog niet, dus ik lever bijna al mijn zojuist veroverde yuans weer in om de kamer te betalen, maar ik kan richting mijn kamer en daar komt'ie.... "It's on the 36th floor, sir", zegt ze. Dit beloofd wat. Ik ga met de sleutel terug naaar de lobby, drink snel mijn koffie op en haast me naar mijn kamer.... De kamer is, als het hotel zelf, maar dat geeft niet, want wat een uitzicht. Ik plof op het bed. Welkom in China......
Ik zit op het vliegveld van Beijing te wachten op mijn vlucht naar Xi'an. Ik ben enige dagen in Beijing en  besluit dat ik genoeg van het oude centrum heb gezien, om de weinige tijd die ik heb in China te gebruiken om een van de wonderen te zien die op aarde door mensenhanden zijn gemaakt. In de jaren '70 hebben drie boeren, toen ze een waterput aan het slaan waren, door het plafond gestoken van een reusachtig ondergronds gewelf. Hier bleek zich al duizenden jaren een op ware grootte nagebootst leger van terracotta krijgers te bevinden, compleet met strijdwagens, originele bewapening en alles wat  in die tijd gebruikelijk was . Nu weten we dat dit slechts de bewaking is bij de poort van een enorm uitgebreid ondergronds complex, met de graftombe van de eerste keizer van het verenigde China als kroonstuk. Bang als men is dat door blootstelling aan de open lucht veel van de  schatten verloren gaan, heeft men zich, ook omdat niet bekend was dat het hier slechts een fractie van het geheel betrof, toegelegd op het zo juist mogelijk reconstrueren en renoveren van het aangetroffen complex. Ook omdat een deel van het breekbare terracotta door de eeuwen heen en soms door plunderingen geteisterd al in scherven lag. Het grootste deel was echter nog in goede conditie. Nu ik me op een uurtje vliegen bevond, wilde ik me de kans niet laten ontnemen dit met eigen ogen te kunnen aanschouwen. Ik heb mijn rugzak en het grootste deel van de inhoud in mijn hotel in Beijing achtergelaten, waar ik over enkele dagen toch weer terugkom en heb alleen een klein rugzakje met het hoognodige mee. Na een tijdje komt er een enigszins gezette chinese man, met een joviale oogopslag naast me zitten. "Welkom in China" roept hij bijna en hij vraagt me waar ik vandaan kom en wat ik kom doen in China. Ik vertel hem het verhaal, waar ik vandaan kom en dat ik me in de korte tijd tin China twee doelen heb gesteld, Beijing en Xi'an. Als ik hem zeg dat ik uit Nederland kom, knijpt hij zijn ogen een beetje dicht en je ziet hem denken. Waarschijnlijk weet hij niet waar dat ligt, denk ik bij mezelf, of heeft er helemaal nog nooit van gehoord. "Van Gogh", roept hij door de hal. (dat is weer eens wat anders dan Gullit, van Basten of Cruijf) Ik zie andere mensen naar ons kijken. Dan begint hij omstandig ,in overigens heel goed Engels, te vertellen, dat hij het geweldig vindt dat mensen zijn mooie China  komen bekijken uit zulke uithoeken van de wereld. Hij verteld me dat de band met Nederland al heel oud is en zegt nog zeker vier keer hoe geweldig het is me hier te spreken, hoewel ik volgens mij nog niet zoveel heb kunnen zeggen. Dan verschijnt plotseling een Chinese vrouw met twee kinderen van een jaar of acht  bij zich ten tonele, die hem in het Chinees iets toeroept. Hij springt lachend overeind. "Sorry, maar mijn vliegtuig gaat, hoor ik, dat is mijn vrouw, ik wil je wel even voorstellen, maar ze is niet in de stemming zie ik. Nog veel plezier in Xi' An." En hij rent weg. Ik zit nog even bij te komen van deze wervelwind als hij plotseling weer voor me staat. In zijn handen houd hij een reusachtige pluche pandabeer, meer dan een meter hoog. Hij drukt het beest in mijn handen en voor ik iets kan zeggen, beent hij weer weg, nu is hij zeker laat voor zijn vliegtuig, denk ik. "Welkom in China!" hoor ik hem door de hal schreeuwen. Als ik zelf naar de gate moet voor mijn vliegtuig heb ik de beer maar op mijn rug gebonden, zo groot is hij.(China 2008)

Als ik de volgende ochtend wakker wordt na een prima nacht slaap, is het eerste dat ik doe de gordijnen openschuiven. Wat een uitzicht. Ik geloof niet dat er hier ergens iemand aanstoot neemt aan een bijna geheel ontklede man voor een van de honderden ramen op de 38ste verdieping, want zo te zien ben ik wel zo'n beetje het hoogste punt hier in de omgeving. Als ik zo naar beneden kijk, is de enorme rijkdom die zich in deze stad bevindt, wel aan een paar huishoudens voorbij gegaan in mijn wijk voor de komende drie dagen. Hier en daar staat een gebouw, waarbij men er snel bij moet zijn met de sloophamer anders heeft de zwaartekracht het zelf al geregeld. Toch is Guangzhou missschien wel een van de steden op het vaste land van China met het hoogste percentge rijkaards in China. Volgens een uit Shanghai affkomstige Chinees die ik sprak, bevindt zelfs 80 % van de allerrijksten zich in deze regio. Of dit klopt weet ik niet, maar feit is wel dat handel in het bloed van de bewoners van dit deel van China zit en dat alles en iedereen die of dat daar buiten valt voor hen van ondergeschikt belang is, behalve eten. Iemand die hier zoals ik de toerist uit komt hangen, heeft voor hen eigenlijk geen echt bestaansrecht in Guangzhou. Geld moet natuurlijk wel rollen, maar voor of na werktijd. In de lobby zullen wel eens mensen naar me toe komen en vragen,"Bent u hier voor zaken?" Als het antwoord "nee"'is, gaan ze er, zo snel als ze zijn gekomen, weer vandoor, zonder te vragen waar je vandaan komt of waar je allemaal geweest bent, wat meestal volgt na zo'n opening en zoals het in veel andere steden zal gaan.  (Ja zeggen heb ik maar niet geprobeert, dat leugentje prikken ze waarschijnlijk erg snel doorheen. )Vroeger heette Guangzhou Kanton en in de volksmond nog steeds. Net als bijna elk tweede chinees restaurant in Nederland en dat heeft een reden. Iedere Chinees weet dat Kanton geassocieerd wordt met veel en lekker eten.
Groot voordeel in deze stad met  10 miljoen inwoners is dat het over een metro beschikt. Dit zorgt er meestal voor dat je op een snelle manier  van de ene naar de andere plek komt, zonder dat je in het verstikkende verkeer vast komt te zitten met je taxi of scooter-taxi. Mocht je verdwalen is het handig om even ondergronds te duiken en metroplannen zijn meestal vrij snel te doorgronden. Voor het kopen van een ticket heb ik de eerste keer nog wat hulp nodig, maar ook dit wijst zich eigenlijk vanzelf. In Guangzhou schrijven ze veel uit in het voor ons te begrijpen alfabet naast het traditionele chinees, dat helpt. Het erste wat je altijd doet voor je een hotel of lokatie verlaat is een kaartje met  adresgegevens vragen (minpiao), anders vindt je het na 2 straten nooit meer terug. Moet je terugkomen naar een lokatie (je hebt bijvoorbeeeld ergens afgesproken), ga naar de dichtstbijzijnde winkel en vraag zo'n kaartje. Een taxi vindt het altijd terug. Denk in dit soort landen nooit ik weet het nog wel, het zal je niet lukken. Ook het feit dat je bijvoorbeeld naast De China Construction Bank zit, zal je niet helpen, daar hebben ze er zo'n 1000 van. Voor ik naar China vertrok heb ik me dik een maand voorbereidt door te proberen wat basis-chinees te leren. Ik had al een aardige woordenschat opgebouwd, vond ik zelf en hoewel ik in Hong Kong ervoer dat de communicatie nogal stroef verliep, zullen de aangeleerde woordjes me hier natuurlijk in no time naar alle plaatsen leiden, die ik wil gaan bekijken, omdat het Hong Kong Chinees waarschijnlijk teveel afwijkt van het Chinees dat de echte chinezen en ik spreken. Als ik in de lift sta, zie ik dat de ontbijtzaal zich op de 8e verdieping bevindt. (toilet? 26e verdieping) Ik besluit het erop te wagen.... Een resolute Chinese houdt me tegen. "kamernummer?" Ik laat haar mijn sleutel zien en ik sta bijna gelijk weer buiten. Verkeerde hotel blijkbaar. Ik zie de vrouw met een van de serveersters discussieren, die "u moet wel betalen" tegen me zei, toen ze de sleutel zag. Blijkbaar is ze te coulant naar me geweest. Ik besluit mijn onbijt elders te halen, dus bevindt me al snel in de nog zeer rustige straten waar ik stuit op een luxe winkelgedeelte. Ik heb trek, maar alles is nog gesloten en ik zie geen eettentjes. Dan zie ik een eetstalletje, het is de bedoeling dat je het eten meeneemt, ik zie geen mogelijkheden om ergens te gaan zitten en dus besluit ik het erop te wagen. Ik krijg het geheel mee in een bakje, het zijn een soort vleesballetjes in een pastei met rijst en wat groentes. Enigszins onbeholpen eet ik het staande op, met de eetstokjes, gehinderd door mijn tas die aan mijn arm hangt ,sta ik er hier bij of ik een zwerver ben die wat restjes naar binnen schuift. Als ik om me heen kijk ben ik niet de enige, die zo vreemd bezig is, sommigen zie ik het lopend naar binnen schrokken, dus dan valt mijn gestuntel nog mee en uit de toon val ik alleen door mijn lengte. Ik kijk op en plotseling zie ik een aantal heren in pak een brandweeroefening doen, middden op straat. Een apart gezicht, waarschijnlijk komen ze uit een van de kantoorkolossen die je overal ziet staan. Mijn eerste doel komt min of meer per ongeluk voorbij, want ik kom langs een nogal opvallend gebouw en een blik in mijn gids zegt me dat dit het herdenkingsmuseum is ter ere van Sun Yat Sen, de grondlegger van het moderne China en ik besluit het binnen te gaan bekijken. Eenmaal binnen kom ik er al snel achter dat men niet op buitenlandse gasten is berekend en werkelijk niets van de teksten lijkt in de verste verte op iets dat ik zou kunnen begrijpen. Ik merk dat het een groot theater is, maar wat er wordt opgevoerd is onduidelijk en buiten foto's bevinden zich er uitsluitend enkele souveniershops. Dan stuit ik op een vrouw die in een van de winkeltjes glaswerk aan het beschilderen is. Ze doet dit echter niet aan de buitenkant, maar aan de binnenzijde, een ongelooflijke klus, die een enorme vaste hand vergt. Op verzoek zet ze een naam aan de binnenkant van het glaswerk en ik besluit er een paar te kopen om te zien hoe ze dit doet. Via een gaatje in het glazen bolletje gaat het gebogen penseeltje naar binnen en verschijnt de gevraagde naam naast de afbeelding, zonder bibbering, niets. Het is een aardig mens en als bij de tweede naam, die ik op eeen papiertje heb geschreven, blijkt dat ze het verkeerd schrijft, volgens de vrouw in de winkel ernaast  is er even vrolijke consternatie. Gelukkig blijkt de "bemoeial " van ernaast ernaast te zitten en is het toch goed. We babbelen nog wat, blijken even oud ("U ziet er nog zo jong uit" zegt ze sarcastisch) en dus hetzelfde sterrenbeeld te hebben, dit schept een band, vindt ze. Ze verteld dat haar man hetzelfde soort werk doet, maar dan elders in de stad. Opvallend hoeveel informatie je kunt delen, zonder dat je elkaars taal spreekt, want haar Engels is zeer gering, maar nog altijd beter dan mijn Chinees. Ik heb nog niemand gevonden, die me heeft verstaan als ik Chinees sprak, zelfs niet als ik erbij vertelde dat ik Chinees  aan het praten was. Als ik weer buiten sta en in mijn gids kijk, blijkt zich hier in de buurt een van de oudste boedhistiche tempels te bevinden in China. Hoewel ik  er net nog  een bezocht heb  in Hong Kong en ik zeker niet van plan ben er elke dag een te bezoeken, is dit feit toch wel een reden voor een extra bezoek lijkt me. Omdat ik totaal geen benul heb waar ik me ten opzichte van wat bevind en geen richtingsgevoel bezit, besluit ik een van de geuniformeerde dames bij de ingang van het Sun Yat Sen- theater te vragen waar het is. Deze spreekt geen Engels, maar als ik het op de kaart aanwijs en ze ziet de chinese tekst, klaart haar gezicht op en wenkt ze me. Ze loopt even met me mee om het aan te wijzen, begrijp ik eruit. Over het gehele terrein lopen we zwijgend naast elkaar. Door een parkje, minutenlang loop ik naast de keurig geuniformeerde dame. Ik ben bang dat als ik, om het ijs te breken iets in het Chinees tegen haar ga vertellen, ik haar misschien per ongeluk beledig. Ze zou dan de eerste Chinees zijn die me heeft begrepen, maar dan verkeerd. Dan staan we plotseling op straat en ze wijst naar de overkant. Dat is 'm. In de tempel hangt een geheel andere sfeer als in Hong Kong. Ik ben de enige die hier alleen komt kijken, de rest is zeer serieus met zijn geloof bezig, sommigen door te knielen, te buigen en weer op te staan en dit vele keren te herhalen, anderen zittten met de handen gevouwen, weer anderen steken wierook aan, het gehele pand en ook erbuiten is vergeven van de lucht van verschilllende soorten wierook. Ik zie iemand prevelend zijn hand op een boom leggen en voel me niet geheel op mijn gemak als toeschouwer, maar merk door hun instemmend geknik dat ik het geheel mag vastleggen. Ik weet dat je in aziatische landen niet iedereen zomaar kunt fotograferen. Met name minderheden, maar ook veel Chinezen hebben het bijgeloof, dat je met het nemen van een foto hun ziel gevangen neemt. Het is daarom zaak, met name op markten met veel inheemsen, er niet lustig op los te klikken met je fototoestel, maar dit altijd in overleg met de geportretteerden te doen. Natuurlijk vergeet je dit wel eens, vooral bij teveel "nee" expres en ik heb er menige boze blik aan overgehouden. Als ik weer buiten sta moet ik er nog even over denken. Hier hing dezelfde sfeer als in het tempelcomplex op Bali waar ik geweest ben, waar mensen zich eerst gingen reinigen en baden  of bij Uluru (Ayers Rock) in Australie. Het zijn door de eeuwen heen gewijde plaatsen geweest en ondanks dat ik niet gelovig ben, ben je je toch bewust dat er een bijzondere atmosfeer hangt, een soort kracht vanuit gaat. Mijn dag zit nu al vol uitersten. Een teleurstellend museum met een leuke ontmoeting en een bezoekje waar je niets van verwacht, blijkt een hoogtepunt van de reis tot nu toe. Het zijn allemaal redelijke afstanden die ik zo te voet afleg en het wordt langzaam al weer tijd voor de lunch. Ik besluit naar een klein eilandje in de rivier, luisterend naar de naam Shamian Island, te gaan. Dit is het gedeelte dat de buitenlandse mogendheden zich hadden toegeeigend als zijnde hun terrein na de laatste gewonnen opium-oorlog, waar Engeland zich het recht had verworven opium te mogen blijven verhandelen in China (!!?)(the other war on drugs) De huizen zijn er zonder uitzondering in koloniale stijl gebouwd en men kon zich, zonder de hele tijd  Chinezen tegen het lijf te lopen, met elkaar verpozen in Kanton, dat een belangrijke handelshaven was. Het geheel was eenvoudig te beheersen via de drie toegangsbruggen. Niet alleen deze geschiedenis drijft me hierheen. Ik heb ook gelezen, dat het eilandje misschien wel beste Thaise restaurant van de stad of zelfs China herbergt en dat wil ik uit testen. Als ik door het stukje stad loop heerst er een uitzonderlijke rust, autoverkeer is er minimaal, overal zie ik getrouwde stelletjes die hier hun bruidsreportage laten maken en ook tal van modetografen met hun modellen, zie ik er aan het werk. Het is hier prettig toeven. Wat ook opvalt, is het aantal officiele instanstanties, de vele kinderkleding-en speelgoedzaken  en de aanwezigheid van de Amerikaanse Ambassade. Dit blijkt namelijk het gebied, waar veel Amerikaanse adoptieouders neerstrijken, nadat ze zijn geland in Guangzhou. Op het eilandje kunnen alle formaliteiten worden afgehandeld in Euro/Amerikaanse sfeer en hoeft men niet de stad in tussen de Chinezen. Was het oude wijn in nieuwe zakken, of nieuwe wijn in oude zakken Ik weet het niet, maar er bekruipt me het gevoel dat het eiland zijn eens verworven status nog ni

Foto’s

31 Reacties

  1. G.en i.plooijer:
    19 december 2012
    leuk veslag gerrit, nog een fijne reis.groeten uit westzaan
  2. Cees van d:
    19 december 2012
    zo gerrit je maakt weer wat mee, prachtig verwoord en heerlijk om te lezen , een land dus met veel uitersten. gerrit veel plezier nog en kijk uit voor mensen die te populair engels spreken, hoef ik niet uit te leggen toch grt cees
  3. Ed:
    19 december 2012
    Wow,
    Gaaf gerrit heerlijk gelezen, je eerste verslag zeer relaxed om te lezen weer een kwaliteit die ik nog niet van je ken.
    succes en ik (WIJ) wachtEN met spanning af op het vervolg.
    groetjes
    van ons en geniet.
  4. Kever en de mier:
    21 december 2012
    weer genoten van je verhaal gerrit we wachten weer in spanning af op het volgende deel groeten marcel en frank
  5. Mohammed:
    22 december 2012
    Gerrit, je hebt jezelf weer overtroffen. Formidabel, het is alsof ik de reisverhalen van Ibn Battuta weer voor me heb, of " De omzwervingen van Baldassare " opensla.
    je te souhaite une bonne journey en Chine, le pays des merveilles.
  6. Jacqueline:
    23 december 2012
    WOW Gerrit! Kijk nu al uit naar de publicatie van je boek!! Wat een talent om te schrijven. Heel veel plezier en geniet van het heerlijke eten! X
  7. Ronald:
    23 december 2012
    Geweldig verhaal, Gerrit. Je kan echt hier een boek overschrijven.

    Gr. Jolanda en Ronald
  8. Laura:
    24 december 2012
    Hey Gerrit,

    Wat schrijf jij leuk. Je zou inderdaad zo een boek kunnen schrijven.
    Ik wil niets missen, kom maar op met je volgende reisverhalen.
    Heel veel plezier nog

    Groetjes Laura en Ed
  9. Laura:
    24 december 2012
    Gerrit,
    fijne kerstdagen in china.
    Eet niet teveel kippie,daar krijg je een kippe kop van.
    groetjes
    Laura en eddepet xxxx
  10. Marc:
    25 december 2012
    Have fun nog !
  11. Ronald:
    26 december 2012
    Gefeliciteerd Gerrit met je verjaardag.
  12. Marja:
    26 december 2012
    Hoi Gerrit! Wat een top verslag zeg? Jij moet maar eens boeken gaan schrijven of zo. Wat leuk gedaan zeg? Maar we wensen jou vanuit koog aan de Zaan een hele fijne verjaardag toe, Geniet nog verder van je reis en tot het volgende reisverslag. Groetjes de Maarsjes
  13. Jaco ,lisa en suus:
    26 december 2012
    Hallo G, gefeliciteerd met je verjaardag en nog een prettige reis toegewenst.
  14. Buurvrouw Susan:
    26 december 2012
    Hé globeltrotter, weer een fantastisch verhaal, we zitten met smart te wachten op de volgende serie. Van uit Assendelft, gefeliciteerd met je verjaardag, we denken aan je, en traditie getrouw nemen we een borreltje op je... Groetjes, veel plezier...

    Arjen, Marian, en Peter Jan Susan...
  15. Buurvrouw Susan:
    26 december 2012
    Hier nog een berichtje van mijn moeder, ze heb het met Kerstavond gelezen, en heeft er enorm van genoten, echt Gerrit Reinier... hartelijk bedankt, en de hartelijke groeten... Ouwe buurvrouw Susan..
  16. Marlies:
    26 december 2012
    Hoi Gerrit,
    Gefeliciteerd met je verjaardag, Een geweldig verslag.
    Veel plezier nog, of moet ik zeggen : sterkte!?
  17. Naomi:
    27 december 2012
    Gerritos! Ik had eerst helemaal niet in de gaten dat je alweer verder had geschreven! Super leuk verhaal en tot over 2 weken alweer
  18. Freddy:
    28 december 2012
    gerrit top man nog gefeliciteerd heel veel plezier nog top verhaal
  19. Cees van d:
    29 december 2012
    hoi gerrit de geitenman is een weekje naar terschelling geweest ook leuk natuurlijk beetje bultruggen proberen te spotten lees nu je reisblog weer en het is net al lezende of je een klein beetje mee reist zoals je alles benoemt en beschrijft geweldig, weet niet of felicitatie is doorgekomen maar bij deze alsnog gefeliciteerd met je verjaardag en een prettige jaarwisseling toegewenst veel plezier nog en houd ons op de hoogte.
  20. G.en i.plooijer:
    29 december 2012
    Hoi Gerrit, ben op visite in Westzaan, wat een verhaal zeg, dat reisverslag. Was begonnen, maar moet eigenlijk nog alles lezen.
    Heb jij eigenlijk je verjaardag gevierd? Nog gefeliciteerd He.
    Groeten en plezier, Britt
  21. G.en i.plooijer:
    30 december 2012
    prachtig reisverslag met plezier gelezen wacht met spanning op volgende aflevering .veel plezier pa en ma
  22. Kever en de mier:
    30 december 2012
    ik liep een paar dagen op achter maar ben weer helemaal up to date ga zo door gerrit ik heb al een uitgever gevonden groet marcel
  23. Kever en de Mier.:
    31 december 2012
    Ja ook ik liep een paar dagen achter en ben nu weer helemaal bij.
    En nog van harte gefeliciteerd .
    Frank
  24. Jaco ,lisa en suus:
    31 december 2012
    In China is het nog geen oud en nieuw maar toch een prettige jaarwisseling toegewenst.Voor Suus kan het al niet meer stuk omdat ze vandaag haar rijbewijs heeft gescoort. greetings.
  25. Daniel:
    31 december 2012
    Hye Gary!
    Mooie verhalen zeg! Heel veel plezier nog en tot snel!
  26. Ronald:
    31 december 2012
    Gerrit, was weer een fantastisch verhaal man, alvast een prettige
    Jaarwisseling en zie je graag weer verschijnen in Nederland.
  27. Freddy:
    31 december 2012
    gerrit de aller beste wensen voor het nieuwe jaar en drink er eentje van mij greets men
  28. Kever en de Mier.:
    31 december 2012
    Gerrit de beste wensen en reislustig 2013. Tot ergens in feb.
    Frank
  29. Marlies:
    2 januari 2013
    Hoi Gerrit, wat een verslag. Nog de allerbeste wensen en tot volgende week alweer.
  30. Marco:
    4 januari 2013
    Hey Gerrit Reve, wanneer komt het boek uit?
    Hoe smaken de Petao's?
  31. Laura en Ed:
    5 januari 2013
    Gerrit,
    Vanuit zaandam wensen wij je ene goed en gezond 2013 xxxx tot gauw en heel terug