Guilin

17 december 2012 - Guilin, China

Guilin

 

Op het station, in de wachtruimte voor mijn trein, raak ik in geanimeerd gesprek met de Chinese man die naast me zit. Hoewel hij geen woord Engels blijkt te spreken en ik hem niet kan verstaan, is dit voor hem geen beletsel met mij van gedachten te wisselen. Helaas is het voor mij onmogelijk iets van de inhoud van ons gesprek hier weer te geven, omdat ik geen flauw idee heb waar we het over hebben gehad. Van een afstand moet het er echter uitzien, alsof we precies weten wat we aan het doen zijn, want er bemoeit zich nog iemand met ons gesprek en ook hij doet een onbegrijpelijke duit in het zakje. Twee stoelen verderop neemt een andere Europees uitziende man met rugzak plaats en misschien heeft hij in mij een geschikte tolk gezien, aangezien de Chinezen zo luidruchtig met mij met mij zitten te praten. Ik stel me aan hem voor en hij blijkt uit Duitsland te komen en Christoph te heten.  We zijn in dezelfde coupe ingedeeld. Christoph is met een korte reis bezig door China, Vietnam en Thailand, om aan het eind van zijn trip naar Australië te vliegen waar een in Duitsland geboren Indiër, die een van zijn beste vrienden is, gaat trouwen met een Maleisische, die hij tijdens zijn werk in Australië heeft ontmoet. Kortom, een niet alledaags huwelijk en hopelijk is het verloop van het huwelijk minder gecompliceerd dan de voorgeschiedenis klinkt.

Als de trein arriveert is het nog niet donker, maar het is wel duidelijk dat men zo snel mogelijk het bed dient op te zoeken, want er zijn slechts enkele stoelen in het gangpad en de meeste mensen zitten dan ook op de bedden Ik deel mijn coupe met 5 Chinezen, die er alle 5 uitzien als arbeiders, die onderweg zijn naar een volgende klus. Ze zitten te kaarten op een van de bedden en het geheel is net een scene uit een Chinese film. Omdat communicatie niet mogelijk is met de mannen, buiten wat goedmoedig geknik, besluit ik Christoph even op te zoeken. Daar word ik voorgesteld aan Gerald, een Singaporese Chinees, die eveneens op reis is, en een jonge Chinese, die onderweg is naar haar universiteit in Guilin. Inmiddels is het donker geworden en de meeste reizigers liggen al in bed. Als ik even mijn reisgids uit mijn tas ga pakken, merk ik dat mijn coupe-genoten de schoenen al hebben uitgetrokken, want er hangt een niet mis te verstane lucht tussen de bedden. Ik slaap gelukkig bovenin, daar heb ik er hopelijk weinig last van. Het doel van mijn trip naar Guilin is eerst enkele dagen daar door te brengen en vervolgens naar Yangshuo te gaan. Het is mogelijk daar een tocht te maken over de rivier de Li tussen deze beide plaatsen. Omdat deze rivier zich een weg baant tussen de verschillende karst-gebergtes is het uitzicht vanaf een boot beroemd in heel China en de omgeving voldoet precies aan het beeld dat je van een Chinees landschap hebt, schijnt het. Bovendien moet Yangshuo een populaire bestemming zijn voor backpackers, door de relaxte sfeer die er hangt en misschien hierom blijkt al snel dat de andere twee reizigers dezelfde doelen voor ogen hebben in deze omgeving als ik.

We besluiten onze krachten te bundelen en met name het feit dat we nu een tolk hebben opent mogelijkheden. Hij kan Christoph en mij mooi helpen bij de aanschaf van een simkaart met een Chinees telefoon-nummer, zodat ik die in mijn reservetelefoon kan gebruiken. Dat werkt praktischer als je contact wil houden. Het wordt nu tijd om naar bed te gaan, dus klim ik in mijn slaapplaats en ik moet zeggen dat het niet beroerd slaapt. Het geratel van de trein en het geschud, het wekt eerder de slaap op dan dat het verstoord en al snel slaap ik. Natuurlijk wordt je gedurende de hele nacht wakker . De trein stopt onderweg op stations, andere treinen komen je luid toeterend tegemoet, het gesnurk van de anderen en zo zijn er nog wat redenen te bedenken, waardoor je niet perfect uitrust, maar al met al heb ik geen beroerde nacht.

Als ik 's ochtends wakker wordt, blijkt het weer totaal te zijn verandert. Het regent hier behoorlijk en ook de temperatuur is hier van een totaal andere orde merk ik als ik in het gangetje sta tussen de verschillende treinstellen in om daar mijn tanden te poetsen en ik naar buiten kijk. Bij aankomst op het station is het weer nog onveranderd regenachtig. Ik heb voor mezelf een besluit genomen, ik blijf voorlopig hier, gisteravond heb ik een hostel gezien dat er prima uitziet in mijn reisgids. Ik heb besloten dat ik vanaf nu geen hotels meer gebruik, de meerwaarde ervan is onduidelijk en de kans op medereizigers aanmerkelijk kleiner. Bovendien zijn hotels meer uitgerust voor de Chinese reiziger. Eenmaal uit de trein is het eerste dat we doen een kaart voor onze mobieltjes kopen en de nummers uitwisselen, nu wordt het tijd om ergens te gaan ontbijten.

Zojuist gearriveerd valt een ding direct op in Guilin en dat is de stilte die er heerst, ondanks het verkeer van de ochtendspits. Al het verkeer blijkt elektrisch te rijden en met name is dit opvallend bij de vele brommertjes die er rondrijden. Doordat het verkeer zo geruisloos is, is het voortdurende geclaxoneer van de brommers en de auto's naar elkaar toe de voornaamste bron van lawaai. Dit lijkt een logisch gevolg van het feit dat ze elkaar, net als de voetgangers die willen oversteken, niet horen aankomen en de claxon het enige is die daar verandering in kan brengen. Hoe was dit in Guangzhou? Daar was het wel lawaaiíg, maar dat was een veel grotere stad en ook veel drukker, misschien dat het me daarom minder is opgevallen. Wel goed oppassen met oversteken hier. Het is nog even schrikken, als je een pas op straat zet en plotseling spoelt er een golf van enkele honderden onhoorbare brommertjes over je heen. Hetzelfde effect dat je soms hebt bij het oversteken in landen waar men links rijdt en waar je eerst even de verkeerde kant op gekeken hebt voordat je gaat oversteken.

Volgens Gerald kunnen we even wat bestellen in een van de eettentjes en hij besteld iets voor ons drieën. Dit is niet meer dan een waterig soepje met wat noodles erin en daar heb ik duidelijk niet genoeg aan. Als we weer verder gaan, stel ik voor dat we nog ergens anders moeten gaan eten en ook Christoph is het hier mee eens. Het ontbijt stelde een beetje teleur, er moet iets beters te vinden zijn. Bovendien ben ik een beetje bezorgd over mijn rugzak in de regen. Als ik niet uitkijk zit ik zo op het niveau van Istanbul en ik was niet van plan hier weer een halve dag door te brengen met het zoeken naar een wasserette. Ik zie een hal met verschillende eettentjes en daar strijken we wederom neer. De andere twee hebben het volgende plan opgevat. In Guilin zijn maar een paar dingen die het het bekijken waard zijn volgens hen en die kunnen we mooi vandaag gaan doen. We kopen een beschermhoes voor mijn rugzak tegen de regen (de andere twee hebben er al een) of een paraplu en verkennen zo het stadje. Gaan naar het park, beklimmen een bergje met daarop een tempel, bekijken de beroemde torens hier en klaar is kees. Vervolgens reizen we gezamenlijk met de bus door naar Yangshuo, het lieflijke backpackers-paradijsje, een uurtje van Guilin verwijdert.

Twee dingen, of eigenlijk drie, staan me niet zo aan in dit verhaal. Het eerste is, dat we gelijk door reizen. Als ik ergens na een lange reis, wel of niet slapend, arriveer, zie ik me niet direkt door reizen naar een volgende plaats. De mensen, de omgeving, alles ziet er hier totaal anders uit dan in Guangzhou, ik blijf liever een tijdje om deze stad te leren kennen. Bovendien heb ik liever een grote stad om me heen dan een klein plaatsje. Als het toch maar een uurtje met de bus is, reis ik net zo lief heen en weer. Ik heb ook geen zin om de toerist uit te hangen met deze rugzak op mijn rug , het ding weegt zo'n 17 kg, en om dan in de stromende regen te gaan lopen met een paraplu, dat moet wel een heel gehaast soort toerisme uit stralen. Ik vertel dit niet tegen mijn medereizigers sinds gisteravond, maar ik besluit om in Guilin te blijven. Ik heb hun telefoonnummers, dus we kunnen altijd ergens anders weer afspreken. Bovendien is het eten hier prima, ik wacht liever tot het droog is en als ze besluiten de stad te gaan verkennen, vertel ik dat ik niet mee ga, omdat het regent. Ik pas hier wel op de spullen tot ze terug zijn, dan hoeven ze niet met de rugzakken te sjouwen. Ze proberen me nog te overreden , maar uiteindelijk vertrekken ze met bepakking om de stad te gaan bekijken.

Ik bestel nog een koffie en wacht tot het droog wordt om mijn weg te vervolgen. Het hostel is makkelijk te vinden, als je weet dat het zich achter een groot hotel bevindt. Het bevalt me direkt als ik er binnenstap en nog meer als ik mijn kamer te zien krijg, vooral omdat het eigenlijk gewoon het comfort van een hotel biedt. Dus gewoon je eigen douche en grote kamer met TV en het personeel spreekt Engels, wat heel belangrijk is, om dingen soepel te laten verlopen. Het is inmiddels weer gaan regenen en ik besluit dit gedeelte van de stad te gaan verkennen als het droog wordt. Ik zie dat ik hier in de lobby een computer met internet-verbinding heb, zodat ik eindelijk kan beginnen met het blog dat ik beloofd heb bij te zullen gaan houden, maar waar ik nog steeds niet aan begonnen ben. Omdat het toch regent, is dit voor mij een mooi excuus om even helemaal niets anders te doen dan een beetje achter de computer zitten en de laatste dagen aan me voorbij te laten gaan.

Dit hou je niet de hele dag vol natuurlijk en na enkele uurtjes, als het weer beter wordt, wordt het tijd om dit deel van de stad te gaan verkennen. Het blijkt, althans voor zover ik nu zie, een mooie stad. Brede straten, met niet al te veel verkeer en een rivier die zich door de stad slingert met mooie bruggen. Meest opvallend zijn de karstgebergtes, stijle rotspunten, die af en toe als een flatgebouw tussen de huizen omhoog steken. In allerlei verschillende groottes en vormen geven zij een apart karakter aan de stad en de omgeving eromheen. Ondanks het druilerige weer zijn er veel mensen op straat, misschien net als ik tussen de buien door. Het oversteken van de straat in China vergt enige kennis van zaken. Ten eerste zijn hier in tegenstelling tot veel andere Aziatische landen, regels bij het oversteken en is het op goed geluk en met een onverschrokken blik gewoon gaan, is hier niet aan de orde, dan rijdt men tegen je aan. Een ons onbekende regel is, dat als je als voetganger groen ligt hebt, het afbuigende gemotoriseerde verkeer voorrang heeft op jou als voetganger, dus niks geen “op dezellfde weg heeft rechtdoorgaand verkeer....”. Dus bij groen licht goed om je heen kijken, want in het verkeer sta je onderaan de voedselketen. Voor je het weet wordt je opgeslokt door een taxi of bus die toevallig links of rechts afslaand jouw pad kruist. Ook brommers en zelfs fietsers zullen slechts op het laatste moment proberen je te ontwijken. Dit alles heb ik helaas proefondervindelijk ervaren en de eerste keer sta je toch even vreemd te kijken als een taxi verongelijkt met de bumper bijna tegen je aan staat te claxoneren en denk je dat hij het bij het verkeerde eind heeft. De tweede keer let je al iets beter op, en begint er iets van besef te komen dat er een patroon in de bijna-ongelukken zit, het zou zomaar kunnen zijn dat jij iets verkeerd doet. Er is veel verkeer, dus er zijn vele verschillende misverstanden mogelijk, waardoor je een vlotte leerling dient te zijn om het te overleven. Bij het oversteken van een grote straat met extreem veel verkeer is het het verstandigst op de anderen te letten en letterlijk in hun schaduw over te steken.

De stadskern in Guilin wordt bewoont door ongeveer 900000 mensen en eromheen wonen er zo'n 4 miljoen, de stad is qua grootte te vergelijken met Amsterdam en dat maakt dat oversteken van de straat hier aanmerkelijk minder hachelijk is dan in bijvoorbeeld Guangzhou. Mijn tocht brengt me langs markten en winkelstraten en het is me al snel duidelijk dat mijn beslissing om hier te blijven de juiste is. Hoe prettig toeven het in de kleinere plaatsen het ook is, ik prefereer toch meestal de stad. Wie weet kom ik straks de twee anderen tegen. Het viel me bij de Singaporese Gerald op, dat hij zijn toerisme erg serieus neemt, hij wil alles gezien hebben nu hij hier is, maar alles wel vluchtig, zo'n beetje als het stereotype Amerikaans of Japans toerist, dat wij altijd voor ogen hebben. Mij maakt het niet veel uit of ik elke tempel gezien heb, want voor mij is ook het alledaagse leven al interessant en voldoende vreemd om me aan te vergapen en als een attractie op zich. Gerald, met zijn culturele achtergrond, zal dit niet hebben en hij zal dit soort zaken voor lief nemen. In zijn gezelschap ben je snel geneigd om alles in zijn handen te leggen, omdat hij de taal spreekt, wat misschien voor hem geen probleem is, maar waardoor je zelf minder initiatief gaat nemen om iets te vragen.

Na enige tijd gaat mijn telefoon en het is Christoph. Ik leg hem uit dat ik ben ingechecked in een hostel en dat ik in Guilin blijf, maar dat ik even langs kom op het busstation. Als hij me verteld hoe laat ze weg gaan, zeg ik hem dat ik er aan kom voor een gezamenlijk biertje. Het vinden van het busstation blijkt niet mee te vallen, want hoewel de route niet te ingewikkeld is en ik in bezit ben van een kaartje van de stad, wordt ik tot twee maal toe de verkeerde kant op gestuurd door behulpzame burgers van Guilin. Als ik uiteindelijk de weg vraag naar het busstation aan wat taxi-chauffeurs moet ik vier keer het woord “bus” in het Chinees zeggen, ze weten niet wat ik bedoel. Ik wordt er een beetje sjacherijnig van, dit heen en weer geloop en deze herhalingen en de vijfde keer klinkt mijn uitspraak van het Chinees ronduit bozig. Dit blijkt precies de juiste toonhoogte, want plotseling weet iedereen waar ik het over heb en wijzen alle vingers eindelijk een kant uit, zonder dat ik de indruk heb dat ze mijn sjacherijnige toon herkend hebben. Boos worden is in de Aziatische cultuur een schaamtevolle bezigheid en vaak zie je mensen verstarren als het iemand gebeurt. Dit betekent namelijk gezichtsverlies voor degene die boos wordt en dat wordt als een ernstige tekortkoming gezien, wat weer tot schaamte leidt bij degene die je boosheid betreft. Je dient ten alle tijde te vermijden dat je geagiteerd of boos wordt, zo staat in de reisgidsen te lezen. Wel vreemd dat ik al vele Chinezen, ogenschijnlijk uit het niets, ontzettend boos heb zien worden. Je zou ze als uiterst temperamentvol kunnen omschrijven, maar dit zijn misschien de spreekwoordelijke uitzonderingen op de regel. Dus hierbij: zeg het woord “bus” in het Chinees alsof je boos bent en men weet wat je bedoelt.

Bij elk busstation is het altijd hectisch en velen proberen je een buskaartje te slijten. Wel relaxed om hier rond te lopen als je nergens naartoe moet en niet zoekende bent. Normaal sta op een plek als dit met rugzak op je rug, tas in je rechterhand, camera om je nek, licht zwetend ondanks eventuele kou, te speuren waarheen te gaan. Nu loop ik hier rond alsof ik hier dagelijks vertoef, “even wat vrienden uitzwaaien, dan ga ik weer”, terwijl ik hier toch echt slechts enkele uren geleden ben gearriveerd. Gelukkig heeft niemand me zien stuntelen om dit station te bereiken. Nadat we hebben afgesproken dat ik ze zal bellen als ik in Yangshuo ben om elkaar daar weer te zien, besluit ik terug te gaan naar mijn hotel. Morgen wil ik de Li rivier boottocht maken, geroemd in heel China, maar ik ben wel blij dat ik mijn warme kleding heb meegenomen. Hoewel het niet bedoeld was voor dit deel van de trip, is het hier behoorlijk koud en dit zal op het water niet anders zijn. Het wordt al weer laat en voor ik het hotel bereik ga ik terug naar de verschillende eettentjes van vanochtend om daar enkele gerechten te proberen. Ik eet wederom iets heerlijks, wat het is, kom ik niet achter. De vrouw die me nog herkend van vanochtend en me hartelijk onthaald, heeft het bereidt en voor me neer gezet.

Eenmaal in mijn hotel bespreek ik voor de volgende dag een cruise over de rivier. Door de lage waterstand in deze tijd van het jaar, moet ik eerst met een bus een eindje stroomopwaarts gebracht worden, want de diepgang van de boten maakt het onmogelijk nu in Guilin te starten. Ik kies voor een grote cruiseboot in plaats van de kleinere bamboeboten vanwege de kou en eventueel de regen. Op de grote boten zal schuilen eenvoudiger zijn, als dat moet. Na de boeking doe ik nog wat werk aan het blog op de computer (ik prefereer de computer boven mijn I-pad, want ik ben erachter gekomen dat internetten hem af en toe doet vastlopen. Nadeel hiervan is, dat je dan je ingetypte tekst kwijt bent en om frustraties te voorkomen, lijkt het beter de I-pad voor andere doelen te gebruiken. ) en vervolgens ga ik nog even de stad in. Er moet zich nog een autoloos winkelgedeelte bevinden niet ver van waar mijn hostel zit en ik ga daar nog even op zoek naar een kop koffie. Die vind ik in een koffiehuisje annex gebakswinkeltje, waar ik een prima plek vind om niet alleen gebak te proeven, maar ook de straat in de gaten te houden en de verschillende mensen te observeren. Aan het tafeltje tegenover me zit een klein meisje met haar moeder. Het kindje zit muisstil te spelen met het telefoontje van de moeder. Plotseling staat de moeder op en zegt iets tegen het meisje, die daar nauwelijks op reageert . Dan verlaat de moeder het cafetje, het meisje alleen achterlatend met de telefoon. Waarschijnlijk gaat de moeder boodschappen doen en laat het meisje zolang alleen, maar dit kind is daar eigenlijk nog veel te klein voor. Het meisje en ik zijn nog de enige klant, maar het lijkt of ze niet door heeft dat ze helemaal alleen is. Ook aan de reactie van het personeel zie ik dat ze dit een ongewone en ongemakkelijke situatie vinden, ondanks dat het meisje rustig blijft zitten. Bang om het evenwicht te verstoren, blijven ze een beetje uit de buurt. Na een minuut of tien komt de moeder weer terug en gaat weer. Bij haar tweede afwezigheid gaat plots de telefoon in het handje van het meisje. Ze weet duidelijk niet wat ermee te doen en nu ontstaat er lichte paniek bij haar en kijkt ze om zich heen, nu ziet ze dat ze helemaal alleen is en je kunt zien dat dit haar doet schrikken, maar nog altijd blijft ze vrij stoïcijns en wacht tot haar moeder zich voor de tweede maal meldt. Niet alledaags om een klein kind toch bijna een half uur alleen te laten en ook de weinige paniek bij het kindje als ze er achter komt dat ze alleen aan het tafeltje zit, is opmerkelijk. De moeder bedankt het verbaasde personeel voor de oppas en verdwijnt met het meisje in de winkelstraat.

De volgende dag staat er een busje klaar om mij mee te nemen naar het punt waar de schepen vertrekken voor de cruise over de rivier de Li. Opvallend, bij dit soort toeristische attracties, is de prijs die je ervoor betaald. Hoewel de prijs van 45 Euro niet schokkend is voor Nederlandse begrippen, kan ik me heel goed voorstellen dat dit voor iemand uit China een onoverkomelijk bedrag is. Dit viel me ook al op bij veel andere attracties. Je betaalt snel 10 euro entree voor een museum. Zullen ze die bedragen ook rekenen voor Chinese bezoekers, vraag je je af, als je weet dat het gemiddelde inkomen hier zo rond de 500 euro per maand ligt, waarbij de regionale inkomensverschillen enorm kunnen oplopen en het inkomen in stedelijke gebieden zomaar 2 a 3 keer zo hoog kan zijn. Dit betekent dat veel attracties in eigen land toch voornamelijk bezocht zullen worden door de iets beter gefortuneerden.

De bus gaat verschillende hotels af en bij drie verschillende hotels stappen achtereenvolgens Chinese, Duitse en Amerikaanse toeristen in, hetgeen mijn voorgaande wankele theorie bevestigd. Bij de pier is het een drukte van belang en ik ben blij dat we een van de eerste schepen het haventje verlaten. Als je vanaf het dek het landschap ziet, is het leuker dan wanneer je achterom kijkt, waar het eerste dat je opvalt de enorme rij schepen is die achter ons varen en dan is het nog buiten het seizoen. Na vertrek gaat het bovendek open en hier heb je het beste zicht over het inderdaad prachtige landschap. De verschillende karstbergen en rotspartijen steken aan weerszijden van de rivier omhoog en dit in combinatie met de bedrijvigheid van de lokale bewoners op het water geeft een soort beeld van het China dat je voor ogen hebt, voor je van huis gaat. Oorspronkelijk waren het de lokale visserslieden, die hadden bedacht dat het mooie landschap zich uitstekend leende voor een trip over de rivier tussen de steden Guilin en Yuanshuo. Op van bamboe gemaakte boten bleken ze een gat in de toeristische markt te hebben aangeboord en de cruises werden een begrip in heel China. Op de top van hun succes greep de overheid in en werd het succesnummer een middel om de partijkas of die van enkele anderen te spekken. Professionele, door de overheid gecontroleerde, rederijen namen het werk over van de lokale bevolking, die vervolgens alleen door zich als personeel te laten inhuren voor een minimaal salaris nog iets konden verdienen aan hun oorspronkelijke idee. Dat er mensen rijk zijn geworden in deze regio, zag ik vanuit de bus, want het concept, waarbij men in afgeschermde bewaakte ministeden met louter villa's en aanpalende golfresorts woont, zag ik onderweg naar de boot vanuit de bus gestalte krijgen, inclusief de golfbanen. Enorme nieuwbouwwijken doemden langs de snelweg op, als de karstgebergtes langs de rivier, allemaal met dezelfde enorme huizen , achter hoge muren verstopt. Het maakt je nieuwsgierig wie daar gaan wonen, zo ver van de bedrijvige stad af.

Hoewel het stervenskoud is, besluit ik voornamelijk bovendeks te blijven. Ik ben er goed op gekleed, dus de kou is vol te houden, maar ik heb me laten vertellen dat het hier enkele dagen terug nog lente leek. Voor ik naar China ging heb ik de verschillende temperaturen vorig jaar gechecked op de plaatsen langs mijn uitgestippelde route op internet en deze temperatuur heb ik daar niet aangetroffen. Gelukkig is het wel droog, want in de regen en de kou is het boottochtje van een groot deel zijn charme ontdaan. De vissers hier maken gebruik van aalscholvers. Door hun keel af te binden met een touwtje is het voor het dier onmogelijk zijn gevangen prooi door te slikken en het is voor de visser een koud kunstje het dier van de gevangen vis te ontdoen. Om de dieren gemotiveerd te houden vissen uit het water op te duiken, mogen ze elke zoveelste prooi zelf opeten. Tegenwoordig is het vangen van vis op deze wijze een toeristische attractie geworden en de keren dat je als toerist kan meegenieten van het werk van de vissers is het waarschijnlijk speciaal voor je in scene gezet. Toch is deze manier van visvangst nog steeds een belangrijke bron van inkomsten voor de lokale bevolking hier. Af en toe dienen zich mensen aan, die met ranke scheepjes langszij komen, om te kijken of ze je iets te eten kunnen verkopen. Ondanks dat je duidelijk kan merken dat het water laag staat is het een mooie tocht. Onderweg hiernaartoe heb ik gezien dat je hem ook per kano kan maken en dit moet eigenlijk nog mooier zijn. De barre temperatuur weerhoud je nu dit te doen, maar in een ander jaargetijde moet het een omgeving zijn waar je een stuk langer kan doorbrengen dan de tijd die ik mezelf hier gegund heb. Omdat dit mijn eerste echte reis door China is, op twee stedentrips van enkele jaren geleden na, heb ik besloten om deze keer alleen de verschillende hoogtepunten in de verschillende gebieden te bekijken. Dit om het tempo van reizen hoog te houden, gezien de grootte van het land. Bij een volgende reis kan ik dan wat meer tijd nemen en me bijvoorbeeld beperken tot slechts een provincie. Af en toe verlaten de verschillende medereizigers het bovendek om binnen op te kunnen warmen en worden weer aangevuld door anderen. Zo bevindt zich een ouder Amerikaans stel, die uiteraard Amsterdam bezocht hebben, aan boord. Er is een Australische studente van Cambodjaanse komaf, een Duitse vrouw die in China werkt en haar vriend die over is uit Duitsland, wat Russische jongelui en de rest van de boot is gevuld met Chinese toeristen. Chinezen, daar ben ik inmiddels achter gekomen, zijn zeer reislustig in eigen land. Zelfs nu het buiten het seizoen is, kom je ze overal massaal tegen en veel van de dingen die je bekijkt of doet lijken door deze toeristische toestroom van hun oorspronkelijkheid ontdaan. Zie je nu het dagelijks bestaan aan je voorbij trekken of is het een toneelstukje dat voor je wordt opgevoerd. Met name op dit soort plekken heb ik het gevoel dat het laatste het geval is. Omdat de groep Chinese toeristen zo enorm is en het aandeel westerse in vergelijking daarmee zo klein, is reizen in China prettig. Je wordt niet snel aangeklampt, zoals in veel andere landen, door mensen die iets van je willen, die iets willen verkopen of met andersoortige vragen. Je valt eigenlijk buiten de doelgroep. Het voordeel daarvan is dat de meeste mensen die je benaderen dit doen met oprechte bedoelingen, zonder dat ik daarmee wil zeggen dat verkopers onoprecht zijn (het wordt alleen soms zo vervelend honderd keer “nee”keer te moeten zeggen). Tot nu toe zijn mensen die me hier benaderen oprecht geïnteresseerd in waar je vandaan komt en gewoon trots op het feit dat je hun land bezoekt, geven je tips waarheen te gaan, als ze je reisroute horen. Als je hulp nodig hebt, dien je in sommige gevallen wat aan te dringen, omdat ze je vanwege de taal-barriërre wat op afstand houden. Als ze er achter komen wat je wilt weten of wat je zoekt, raken ze meestal enthousiast en lopen met je mee om iets aan te wijzen. Ik heb wel besloten me bij een volgende reis nog iets meer in de taal te verdiepen. Het voordeel daarvan kan zijn, dat je misschien makkelijker contact legt met met de lokale bevolking. Nu ben je in de contacten met Chinezen toch afhankelijk van de mate waarin zij zich ingespannen hebben om Engels te leren. Dit Engels, dat ze soms gestudeerd hebben, is in veel gevallen niet te vergelijken met het Engels dat onze studenten spreken, louter omdat het een taal en cultuur is, die net zo ver van hen af staat als de Chinese cultuur en taal van ons.

Links van ons bevindt zich de ingang van een grot, ik zie dat je er met een boot in kan en de gids zegt dat het grotten stelsel een lengte heeft van zo'n 10 kilometer. Het wordt tijd voor de lunch en ik moet zeggen dat ik wel wat lust. Voor ik naar het benedendek ga, bel ik nog even met Christoph, om te zeggen dat ik onderweg ben naar Yangshuo. Hij zegt dat hij vanavond met me mee terug reist met de bus naar Guilin, omdat hij morgenochtend vroeg weer terug moet met de trein naar een volgende stad, Kunming.

Als ik me meld voor het eten blijkt dat mijn handen dermate verkleumd zijn, dat het onmogelijk is om met eetstokjes te eten. Hoe ik ook probeer, ik zal het eten naar binnen moeten schuiven, want als ik de eetstokjes bij elkaar probeer te brengen blijkt dat mijn vingers daar niet toe in staat zijn. Gelukkig is het zo vol beneden dat ze me naar de VIP-ruimte hebben gedirigeerd om daar te eten, daar zijn een stuk minder mensen getuige van mijn gestuntel. Na het eten ga ik weer bovendeks, waar ik twee Finse studentes tref, die in Beijing studeren. Ze hebben een weekje vrij en de een zit aan het eind van haar uitruil-programma, de ander is net gearriveerd voor een tweede termijn. Beiden spreken naar eigen zeggen al een beetje Mandarijn, hun studie-programma is voor de volle honderd procent in het Engels, anders zou het natuurlijk niet te doen zijn. We naderen het eindpunt, Yangshuo en na het afmeren blijk je door een honderden meters lange souvenirwinkel-corridor richting het plaatsje te lopen. Ze verkopen hier spul dat voornamelijk op de streek gericht is en met name het houtsnijwerk is spectaculair te noemen. Hoewel souvenirs op het eerste oog misschien niet zo over komen, zitten er vaak kleine kunstwerkjes bij. Niet vergeten, dat alles wat je ziet met de hand is vervaardigt, wat ieder voorwerp toch weer uniek van vorm doet zijn. Het is jammer dat mijn rugzak al zo vol is, dat maakt het lastig om dingen mee te nemen, maar er zitten zeker dingen bij die de moeite waard zijn. Als ik het dorpje binnen loop is er natuurlijk de toestroom van toeristen door de afgemeerde boten, maar verder is het er relatief rustig te noemen. Ik zie een kroeg met een prachtig terrasje aan het water en besluit om daar iets te gebruiken om eerst de grote stroom aan me voorbij te laten trekken. De mensen, met wie ik samen op de boot waren ben ik gelijk al kwijt geraakt, maar het georganiseerde gedeelte van de trip eindigt hier toch en je dient zelf voor de bus terug naar Guilin te zorgen, dus dat maakt me weinig uit. Ik nestel me op het terras, maar behaaglijk wil het nergens worden en bovendien is het leeg binnen, dus besluit ik al snel het stadje te gaan verkennen. Ik stuit op een winkel waar ze weer van die wonderlijke glazen voorwerpen verkopen, die zijn beschilderd aan de binnenzijde en koop er enkele. Ook koop ik kinderkleding, die ik had beloofd mee te zullen nemen voor iemands dochter, maar ik overdrijf het afdingen misschien, want de verkoopster lijkt niet gelukkig met de prijs die we afspreken. Als blijkt dat ik niet genoeg geld bij me heb, loopt ze een heel eind met me mee naar een ATM. Ze wil er zeker van zijn, dat ze het geld krijgt. Er zijn meer winkels die iets dergelijks verkopen, buiten het seizoen is alles wat je verkoopt meegenomen en straks kom ik niet meer terug, zal ze gedacht hebben.

Een dame verkoopt een soort pannenkoeken met ei, groentes en kruiden aan het bereiden en het lijkt me een goed plan er een te proberen. Hoewel de ingrediënten minimaal lijken te zijn, is de smaak maximaal en omdat het niet verstandig is dit hier te doen, lik ik mijn vingers er alleen om die reden niet bij af. Ongemerkt kom je met straatvuil in aanraking, bij toiletbezoek is de hygiëne vaak het verst te zoeken, waardoor je met name bij warme temperaturen, gemakkelijk ten prooi kan vallen aan bacterieën, die zich via je handen aan het voedsel vastzetten. Ik ben er achter dat er met het voedsel zelf weinig mis is. Het wordt in alle gevallen heet bereidt en de hygiënische standaard is misschien niet de onze, over het algemeen zien restaurants en eettentjes er schoon uit. De kans om ziek te worden van het eten is hier minder groot dan je zou verwachten. (weer een vooroordeel minder). Ik neem even plaats op een stoeltje in het eettentje en merk dat de mevrouw het erg druk heeft, wat me een goed teken lijkt.

Het stadje blijkt uit twee gedeeltes te bestaan. Het eerste gedeelte ziet er uiterlijk het beste uit, het lijkt op maat gemaakt voor de toeristen, maar er is ook een normaal deel van de stad, waar het gewone leven zich afspeelt. In een van de straatjes daar speelt een orkest. Aan de kleding te zien zijn het moslims, die hier een soort van walsen met fanfare-invloeden ten gehore brengen. De hoorns lijken ietwat uit de toon met de rest van de muziek en dit geeft een prachtig geluid, alsof ze loom achter de rest van de band aan sjokken. Wat een mooie muziek. Ik blijf een tijd staan kijken en door de lokatie lijken ze meer voor zichzelf te spelen, dan voor eventueel publiek. Chinezen blijken gek op muziek maken en karaoke-zingen. In veel bars zitten jongens en eisjes te gitaar te spelen en te zingen, zo ook oudere “artiesten”. Het resultaat is meestal door de eigen begeleiding van een ontstemde gitaar niet om over naar huis te schrijven, vaak zelfs hinderlijk vals. Omdat vaak ook klanten nog een duit in het zakje mogen doen, wordt het muzikale niveau nog verder omlaag geschroefd. Deze band hier echter klinkt aangenaam en ondanks de droeve tonen verfrissend.

Ik loop verder en kom in een soort parkje, waar iemand soep aan het bereiden is met ik denk eendeneieren. Ik ga zitten en het smaakt goed. Het zitten gebeurt hier op de kleine plastic kinder-stoeltjes die je zo vaak aantreft, waardoor de hurkhouding het meest geïmiteerd wordt, met name door iemand van een meter of twee. De soep smaakt goed, mede dankzij de kou, vermoed ik. Na over een marktje te hebben gelopen, posteer ik me op een kruispunt bij een piepklein eettentje om hier de verschillende voertuigen en mensen eens te observeren en neem er foto's van. Ondertussen krijg ik van de mensen in het zaakje mandarijnen en bananen toegestopt, waarschijnlijk omdat ze ingenomen zijn met het buitenlandse bezoek en ik blijf er een tijdje hangen. Ze spreken geen woord Engels, maar zorgen er toch voor dat ik me er op mijn gemak voel, door hun duidelijk vriendelijke houding. Morgen kom ik weer terug in Yangshuo, maar dan 's avonds, omdat ik een show wil bezoeken. In de jaren voor de olympische winterspelen is een van de beroemdste Chinese regisseurs, Zhang Yimou (“Raise the red lantern”, “Hero”, “House of the flying daggers”), in Yangshuo bezig geweest om een show in elkaar te zetten, die inmiddels in heel China bekend is en waarvan elke Chinees vindt, dat je hem gezien moet hebben. Zo'n 500 lokale inwoners doen mee aan dit spektakel dat zich buiten afspeelt met op de achtergrond, maar eigenlijk als een van de hoofdrolspelers, de karstgebergtes, waarvan een deel wordt uitgelicht.

Het wordt avond en ik besluit terug te gaan naar het “andere” dorp, waar ik heb afgesproken met Christoph en ik alvast twee bustickets voor ons haal. We hebben afgesproken bij de KFC en ik duik er even naar binnen om een patatje te proeven. In Nederland ben ik meer van de Mac en de B-King en ben ik zelfs nog nooit in deze keten gesignaleerd, maar na bijna 2 weken rijst en pasta snak ik naar frieten. Ik ontmoet Christoph en we gaan iets eten, voor we de bus terug nemen. Het is inmiddels donker en terugrijden met een bus door het donker over de smalle wegen zorgt altijd voor veel spektakel. Hoewel de chauffeurs in China degelijk overkomen en zeker niet roekeloos zijn, dient men in dit verkeer toch over stalen zenuwen te beschikken bij de inhaal manoeuvres van tegenliggers en die van jezelf. Met veel getoeter baant de bus zich een weg door de onverlichte nacht en het aantal bijna-ongelukken is niet op een hand te tellen. Een ervaren chauffeur telt hier waarschijnlijk helemaal geen bijna-ongelukken, maar voor ons ziet het er allemaal spectaculair uit. Christoph krijgt dit alles niet meer mee, hij valt op de achterbank in slaap, om pas in Guilin weer wakker te worden. Als we op het busstation lopen, besluit hij een hoesje voor zijn telefoon te kopen, bij een van de standjes rondom het station. Hij kan echter zijn telefoon nergens vinden, de goedkope Chinese niet en ook zijn pas in Duitsland aangeschafte, gloednieuw Samsung, blijkt verdwenen. Na overal gezocht te hebben, realiseert hij zich dat de telefoons uit zijn zak moeten zijn gevallen, terwijl hij sliep in de bus. Ik waak over zijn rugzak, terwijl hij zich terug spoedt naar de plek waar we uit de bus zijn gestapt. Het blijkt onmogelijk om de bus terug te vinden en ondanks dat niemand Engels spreekt, hebben de medewerkers op het station nog wel een poging gedaan om de busschauffeur te bereiken, echter dit blijkt niet mogelijk, hij neemt zijn telefoon niet op. Je telefoon van 400 euro kwijtraken is niet fijn, maar tegenwoordig zit zo'n beetje alles wat je als reiziger denkt nodig te hebben in je telefoon. Je muziek, je adressen, je sociale media, alles is plotseling toegankelijk geworden voor de persoon die het ding vindt. Ik stel voor als hij terug komt van zijn vruchteloze poging de bus te traceren, waar we in zaten, om zo snel mogelijk naar mijn hostel te gaan. De mensen achter de balie daar spreken goed Engels en zij kunnen misschien proberen om er iets preciezer achter te komen waar de bus op dit moment is. Wanneer we aankomen in het hostel, blijkt er op de bustickets niets te staan dat verwijst naar de bus of met welke busdienst we hier gekomen zijn en dus lijkt het ondoenlijk om de bewuste bus te traceren. Christoph is bang dat zijn Duitse telefoon misschien gebruikt gaat worden, wat tot een enorme rekening kan leiden en omdat gegevens van zijn sociale media en zijn werk zich er ook op bevinden, besluit hij dat hij naar zijn vader moet bellen in Duitsland om alle wachtwoorden te wijzigen die dit aangaan.. Ik geef hem mijn telefoon om dit te gaan regelen. Ondertussen spreek ik met het meisje achter de balie af, dat zij de andere telefoon af en toe belt. Als iemand deze prepaid-telefoon vindt en hem opneemt, dan is het andere ding ook misschien niet ver weg en krijgen we ze misschien allebei weer terug. De eerste pogingen lopen op niets uit. Na een half uur bellen met Duitsland zijn alle zaken geregeld, die moesten worden geregeld. Het wijzigen van wachtwoorden en blokkeren van rekeningen is natuurlijk geen dagelijkse kost voor de oude heer van Christoph en het heeft even geduurd voor hij met bevredigend resultaat alle uit China afkomstige opdrachten heeft uitgevoerd. Christoph moet de volgende dag al weer vroeg met de trein richting Kunming en ik beloof hem dat ik, als de telefoon gevonden wordt, hem zal opsturen naar Duitsland of een plek waar hij hem kan ophalen. Hij heeft me ook verteld dat de reis naar Kunming 24 uur duurt. Kunming is ook mijn volgende stop en ik besluit dat ik deze treinreis ergens ga onderbreken, want dat duurt me te lang. 24 uur in een trein zitten lijkt me niet intereressant en ik ga kijken of ik ergens iets interessants op de route vindt voor een volgende stop. Ik heb besloten om me morgen de gehele dag op het blog te storten en dan 's avonds de show in Yangshuo te bezoeken, dan kan ik gelijk andere opties bekijken voor mijn reis en mijn reisschema aanpassen aan deze nieuwe informatie.

 

Foto’s

3 Reacties

  1. Marlies:
    1 februari 2013
    Leuk verslag Gerrit. Komt er nog meer? Ik wil binnenkort langskomen om je foto's te kijken.
  2. Carolien:
    2 februari 2013
    Heel leuk reisverslag, ben benieuwd op het vervolg (neem ten minste aan dat het nog niet afgelopen is).
  3. Michael:
    13 maart 2013
    Hi Gerrit, it's me. u back in Holland now? hope everything is well for you. why not write anything about the hike at tiger leaping gorge. haha~