guangzhou

13 december 2012 - Guangzhou, China

 Als ik door het stukje stad loop heerst er een uitzonderlijke rust, autoverkeer is er minimaal, overal zie ik getrouwde stelletjes die hier hun bruidsreportage laten maken en ook tal van modefotografen met hun modellen, zie ik er aan het werk. Het is hier prettig toeven. Wat ook opvalt, is het aantal officiele instanstanties, de vele kinderkleding-en speelgoedzaken  en de aanwezigheid van de Amerikaanse Ambassade. Dit blijkt namelijk het gebied, waar veel Amerikaanse adoptieouders neerstrijken, nadat ze zijn geland in Guangzhou. Op het eilandje kunnen alle formaliteiten worden afgehandeld in Euro/Amerikaanse sfeer en hoeft men niet de stad in tussen de Chinezen. Was het oude wijn in nieuwe zakken, of nieuwe wijn in oude zakken Ik weet het niet, maar er bekruipt me het gevoel dat het eiland zijn eens verworven status nog niet heeft opgegeven.

Het restaurant blijkt inderdaad waar voor zijn geld te bieden en de menu-kaart is ogenschijnlijk zo'n 20 pagina's dik. Ik moet het bij 3 gerechten houden, dan zit ik vol helaas en voldaan spoed  ik me over  een van de bruggetjes de stad weer in. Bij toeval, ik ben weer eens verdwaald, maar nogmaals, met de metro in de buurt verdwaal je nooit echt, dwaal ik af een steegje in en plotseling kom ik in een heel ander Kanton terecht. Dit is het gedeelte, weg van de winkels, de 6 tot 8-baanswegen, het getoeter. Hier heerst rust, alles is er, een postkantoortje, officiële instanties, woonhuizen, er komen mensen voorbij op de fiets (!), (een beeld dat ik eerst van China had, was gevuld met fietsende mensen, nou dat was even bijgesteld na een dag of 5.) De straatjes zijn te nauw voor autoverkeer en alles lijkt er piepklein, maar gezellig. Een paar mannen spelen op straat schaak en mahjong met een handjevol toeschouwers. En nergens straatgeluid. Ook vele grotere straten blijken nauwelijks autoverkeer te kennen. Ik denk dat als je hier de weg goed weet het eigenlijk best aardig is om te verblijven. Natuurlijk zoekt een toerist ook het China waar ik verblijf, het gekkenhuis van tienduizend winkels, waar mensen op een verhoging met een megafoon de klanten naar binnen lokken, uit de winkel schalt keiharde discomuziek, maar als je daar zou moeten wonen, was je na een week knettergek. Ze blijken echter te wonen op plekken die ik nu ontdek en ik, die er wel woont, ga na een dag of drie weer verderop.

Bij toeval stuit ik op een markt waar jade wordt verhandelt en dit wordt gezien als een toeristische attractie, dus mijn dag begint behoorlijk efficiënt te verlopen. Ik hoed me echter voor overmoed, want ik weet uit ervaring dat mijn minder efficiënte momenten immer op de loer liggen. Toch zie ik dit als een aanmoediging om gelijk werk te maken van iets dat prioriteit heeft bij mijn verblijf hier. Over twee dagen wil ik met de nachttrein naar Guillin, mijn 3e stop, reizen. Een rit van zo'n 13 uur. Ik reis het liefst niet 's nachts, omdat ik het landschap in me op wil nemen vanuit de trein, maar er gaan alleen 's nachts treinen die kant op. Een stoptreintje lijkt me geen optie over die afstand. Nu heb ik gelezen dat deze tickets zeer geliefd zijn, dus dat je minimaal een dag, maar het liefst 2 dagen van te voren je ticket op het station moet ophalen om de meeste kans te hebben op een plek. Er stond echter ook dat het rond en op het station een waar gekkenhuis kan zijn qua drukte, dus zet je schrap. Nu ik hier zo zonder bepakking loop, is het een goed moment om dit te gaan doen. Ik ben aangekomen op een ander station, het Oost-station en dat viel qua drukte wel mee voor Aziatische begrippen. Het lijkt me handiger de adviezen uit de gids te volgen en via de Metro beland ik op het Centrale Station. Dit blijkt over een enorm plein te beschikken, overal staan dranghekken, dus ze zijn inderdaad op het  ergste voorbereidt, maar als ik er arriveer is het redelijk rustig. Mijn eerste opdracht is waar is de kaartverkoop. Alles staat in het Chinees, er is geen woord Engels bij. Navraag, het woord Guillin op tien verschillende manieren uitspreken, en plotseling wijst men naar een andere hal. Daar staan verschillende rijen, ik sluit me aan bij een ervan. Als ik na enige tijd vooraan sta en ik schuif een briefje met de vertrektijd en de datum en de naam van de stad door het loket blijk ik in de verkeerde rij te hebben gestaan. Ze willen me laten voorgaan bij de rij ernaast, maar dat vind ik niet nodig, volgende keer eerder vragen. Vooraan de volgende rij gekomen (we zijn een uurtje verder, want mensen die in de rij staan blijken er een handje van te hebben over van alles en nog wat in discussie te gaan bij de aanschaf van een treinkaartje met degene die ze verkoopt. Ik heb ze woedend op de ramen zien slaan, zonder dat de geüniformeerde dames en heren achter het loket ook maar met de ogen knipperden.) wijs ik de tijd aan op het computerscherm, dat ze, op mijn verzoek naar me toe draait.  Dat heb ik anderen in de rij ook zien doen en dat werkt het makkelijkst. Dan vraagt ze naar mijn paspoort. Dat heb ik voor het eerst in al de tijd dat ik hier ben niet bij me. Ik heb het achter gelaten in het hotel, zodat het niet zoek kon raken. Nooit aan gedacht dat ik hem bij het kopen van een treinkaartje nodig zou kunnen hebben. Wel was me opgevallen, dat erg op de veiligheid wordt gelet bij het treinen, dat je soms wordt gefouilleerd en je bagage altijd door de scan moet, maar mijn vorige treinkaartje kocht ik gewoon via de automaat in Shenzhen, niks geen paspoort, nu moet ik natuurlijk een provinciegrens over, nooit bij stilgestaan. Het personeel weet dat ik er al een tijd sta en een loket wordt tot mijn schaamte gesloten (sorry mensen) en ik moet een geüniformeerde jongen volgen naar een ander loket, waar hij alles voor me uit de kast trekt binnen zijn mogelijkheden. Hij hamert allerlei codes in op zijn computer, een kaartje produceert zijn printer echter niet en ook het nummer van mijn aangeboden rijbewijs gebruiken biedt geen soelaas . Vol verontschuldigingen biedt hij mij mijn rijbewijs weer aan. Moeilijk uit te leggen dat het mijn eigen schuld is. Ik zal toch echt terug moeten naar mijn hotel om mijn paspoort op te halen, maar dat is niet om de hoek, dus dat kan even duren.

Als ik in de buurt van mijn hotel uit de metro kom, leer ik gelijk dat ik voortaan moet onthouden waar de uitgang zich bevindt of welke letter eraan gekoppeld wordt. Nu moet ik verschillende keren terug de metro in om iets te vinden dat me bekend voor komt. Uiteindelijk zie ik een hotel dat ik zal gebruiken als ankerpunt voor de route naar mijn eigen hotel, want al snel komt het me weer bekend voor.Als ik in mijn hotel aankom en mijn paspoort heb bemachtigd, besluit ik in de lobby een koffie te nemen en daar loop ik Dereck tegen het lijf. Dereck komt uit Engeland en is door zijn bedrijf enkele jaren gestationeerd in Guangzhou. Hij zit in de detailhandel. Of dit een promotie is , moet je altijd maar afwachten, want er zijn veel Chinese detailhandelaren in Guangzhou en de taal spreken lijkt me essentieel en een enorme barriere als je dit niet kan, maar Dereck is nog maar juist gearriveerd en vol goede moed. Sinds een maand is hij op zoek naar woonruimte, tot hij dit gevonden heeft woont hij in het hotel, hij in het echte en ik in het surrogaat met de gezamenlijke voordeur. Ik leg hem de situatie met de verschillende eigenaren in het hotel uit en zeg dat het me moeilijk lijkt voor hem in dit toch weinig Engels sprekende deel van de wereld. Hij verteld me dat de woonruimte die hij zoekt, waar een Chinese makelaar op dit moment naar op zoek is, in een ander deel van de stad is, waar meer expats wonen en de taal-barierre iets kleiner is. In het gedeelte van de stad waar ik woon, vind je nauwelijks buitenlanders, sterker nog, ik ben de eerste die hij hier spreekt. Zijn verhaal moet wel kloppen, want toen ik aan de vrouw van de eigenaar van mijn hotel, die uitstekend Engels spreekt, vroeg waar zich een internet-cafe bevindt, zei ze dat je die in deze wijk niet zult vinden, de huren zijn hoog en er is hier geen terugverdien-model (zo zei ze het letterlijk) mogelijk, door de beperkte vraag. Ook hier zal het dus moeilijk worden om aan mijn verhaal te werken, dacht ik gelijk.

Dereck verteld me dat hij het Chinees geheel niet machtig is, maar dat hij voordat hij uit Engeland vertrok een Chinese zin met een dankwoord voor zijn nieuwe collega's en handelspartners met daarin de hoop tot een vruchtbare samenwerking in China, uit het hoofd had geleerd. Op de eerste samenkomst met zo'n dertig chinezen, van collega's tot handelspartners na afloop van een gezamenlijk etentje had hij hem uitgesproken. De hele zaal viel stil en een minuut lang zei niemand iets, men keek hem alleen maar verbijsterd aan. Nu niet meer in staat om de zin te herhalen, bleef Dereck maar een beetje beleefd grijnzend staan, tot een vrouw begon te applaudiseren om zijn gezicht te redden, iedereen applaudiseerde mee en het ijs was gebroken, maar het was duidelijk dat niemand, ook de applaudiserende vrouw niet, zoals ze hem later liet weten, had begrepen wat hij had bedoelt. Hoewel mijn kennis van het Chinees zich beperkt tot hele korte zinnen en een dankwoord niet tot de mogelijkheden behoort, begreep ik precies wat hij bedoelde. Hoe vaak ook ik mijn geleerde Chinese woorden had getest in allerlei situaties, ik had nooit de indruk dat iemand had begrepen waar ik het over had. Dereck verteld me me dat de woonruimte zo goed als geregeld is, alleen dat er een nadeel kleeft aan het appartement dat hij op het oog heeft. Het zit boven de Irish Pub, dat nu al zijn stamkroeg is in Guangzhou en waar hij zich naar eigen zeggen bijna iedere avond bevind. Hij is duidelijk bezorgd wat er zal gaan gebeuren als hij niet elke keer lange tijd onderweg zou zijn naar de kroeg, zoals nu, maar er pal boven zal wonen. Ik hoop voor hem dat de deal niet door gaat, want ik geloof niet dat de carriere van Dereck bestand is tegen deze verlokking. Ik vertel hem dat ik moet gaan om mijn treinkaart te regelen en wat er de eerste keer mis ging en ik vermoedt dat ik hem nog wel eens tegen kom, Het is duidelijk dat hij nog zoekende is in zijn nieuwe omgeving en af en toe wat aanspraak is hem welkom, denk ik.

Als ik weer de metro binnenloop is er veel verandert. De gangen zijn gevuld met drommen mensen en het bemachtigen van een kaartje duurt, ondanks de overmaat aan automaten, een half uur. Als ik op de roltrap sta naar het perron zie ik honderden mensen beneden staan. De arriverende trein is overvol en toch zien vele mensen nog kans om in de coupé te komen. Eruit komen lijkt een nog grotere opgave, want de stroom die naar binnen wil, wijkt geen milimeter als de deuren opengaan en mensen persen zich uit en in de trein. Het doet denken aan beelden die ik ooit op televisie zag van de metro in Japan, waar speciaal personeel de mensen naar binnen duwt vanaf het perron. Kortom, tijd om rechtsomkeert te maken, aangezien ik over enkele uren ook nog een ticket kan gaan halen, kan ik beter na de spits gaan en ik laat me door de enorme stroom mensen naar buiten persen, de roltrap op en de inmiddels donkere buitenlucht in. De temperatuur blijkt nog steeds aangenaam en ik besluit een van de terrassen te proberen langs de rivier, die ik op de bij aankomst vanuit de taxi had gezien. Ik kon ze weliswaar niet meer terug vinden, maar vandaag stuitte ik er bij toeval weer op, nadat ik de verkeerde metro-uitgang genomen had. Hoewel de drie restaurants heel groot zijn, is er geen plaats voor me en ik besluit mijn geluk aan de andere kant van de rivier te beproeven.

Daar zie ik een restaurant met een terras dat uitkijkt over een deel van de rivier. Mijn binnenkomst leidt tot veel commotie bij het personeel en men lijkt me te verzoeken weer te gaan. Wat ik ervan begrijp hebben ze geen Engelse menu-kaart en ook geen Engels sprekende mensen in dienst en om misverstanden en problemen te voorkomen is daar het gat van de deur. Ik doe net of ik het verkeerd begrepen heb en pak de smalle trap naar boven, naar het terras en de paniek die beneden heerst is hier een stuk minder, ik wijs op een tafeltje en ga zitten. Er wordt thee voor me neergezet en ik vraag om bier. Dit ene Chinese woordje doet wonderen, want de sfeer slaat om en de kaart wordt gebracht. Eindelijk heeft iemand een woord begrepen van wat ik zeg in het Chinees en gelijk wordt een menu-kaart met daarop het volledige Chinese alfabet onder mijn neus geduwd. Zover ben ik nog niet met mijn kennis en ik wijs willekeurig twee dingen aan op de kaart. Deze combinatie moet behoorlijk geschift overkomen, want in plaats van het gerecht, wordt er iemand van de bediening gezocht die behalve dat ze enkele woorden Engels spreekt ook in het bezit blijkt van een mobieltje met een vertaal-app. Hoewel de vrouw weinig Engels spreekt is dit voldoende om het overige personeel in bewondering naar ons te doen kijken en het is duidelijk dat de serveerster van haar nieuwe status lijkt te genieten. Het is een prachtig meisje die, als ik zit, nog steeds niet boven mij uit steekt en ze helpt me op de volgende manier met het kiezen van de gerechten . Ik wijs iets aan wat mij lekker lijkt op de plaatjes die erbij staan en vervolgens schudt ze nee en wijst iets anders aan. Zo snel geef ik me niet gewonnen en ik wijs nogmaals het eerste aan. Nu pakt ze haar telefoon en ik lees het woordje “rauw” in het schermpje. Oke, de foto vertekend een beetje. Dan wijst ze aan wat ik moet eten, maar ik geef me niet gewonnen en vraag om nog een gerecht. Ze haalt haar schouders op en dit betekend internationaal, dan moet je het zelf maar weten. Ze roept de bestelling door en blijft gezellig bij me aan tafel staan en pakt mijn ANWB-cursus Chinees van tafel en begint erin te lezen. Ik krijg het warm van al die aandacht en in mijn hoofd begint zich een heel gesprek te vormen. Ze zoekt ondertussen op haar app natuurlijk allerlei prangende vragen op die haar al jaren bezighouden, zoals: “waar komt u vandaan?” en “wat voor werk doet u?” , “hoe heet u?” en “ waar ligt Holland precies”. Er volgt echter niets meer, ze maakt gewoon van deze uitgelezen mogelijkheid en haar nieuw verworven status en dito vrijheden gebruik om ongegeneerd met haar vrienden te sms en en bellen. Als het eten wordt gebracht is ze andere klanten aan het bedienen, terwijl ze ondertussen gewoon doorgaat met bellen. Hoe ze de borden met hete soep, soms twee tegelijk, met die kleine handjes, zonder te morsen op tafel weet te smijten, het wordt namelijk niet echt neergezet, is me een raadsel. Er wordt geen druppeltje gemorst en de telefoon zit al die tijd muurvast tussen schouder en oor geklemd en ze schetterd er vrolijk in. Dit is bijna net zo knap als iedereen doen geloven dat je Engels spreekt. Een klant ziet er het mooie niet van in en aan zijn toon en houding zie ik dat hij haar vermanend toespreekt. Dit maakt geen enkele indruk en ze loopt bij de man weg of hij niet bestaat. Het gerecht dat ze voor me had uitgekozen is heerlijk, dat wat ik zelf besteld heb, is eigenlijk niet te vreten. Er drijven zaken in dit gerecht die ik niet zou kunnen omschrijven, ik vermoed dat het ingewanden zijn. Het enige dat me qua smaak en vorm enigszins bekend voor komt is lever, maar dit stelt me nauwelijks gerust aangaande de andere ingredienten. Na afloop komt ze naar me toe om te vragen hoe het smaakte en ik zeg dat haar gerecht “delicious”(naar waarheid) was en dat van mij “interesting”. Aan haar schaterende lach (is dat typisch Guangzhou?) begrijp ik, dat ze dat laatste heel goed heeft begrepen. Het is inmiddels al laat en als ik de treinkaartjes bemachtig, toch weer een half uurtje in de rij, gaat dat soepel, omdat het 's avonds lekker rustig is op het station. Ik zal voortaan mijn treinkaartjes ook in andere steden “s avonds laat ophalen....

Voor deze nieuwe dag heb ik mezelf wat bescheiden doelen gesteld. Het eerste dat me te doen staat is het zoeken van een plek waar ik mijn was kan laten doen. Thuis breng ik dit altijd bij een wasserette en ik ben niet van plan, nu ik in een hotel zit en op vakantie ben, dit met de hand zelf te gaan doen. Het lijkt me dat in deze wereldstad er toch veel mensen moeten zijn die het aan tijd en vooral zin ontbreekt voor een dergelijk klusje. Bovendien moet dit in China, met een lagere levensstandaard dan Hong Kong, een goedkoper alternatief zijn voor mijn eigen wasserette in Nederland en de Hong Kongse variant ervan.

Ten tweede wil ik op zoek gaan naar een sportschool, zodat ik behalve het behouden van enige conditie ook in contact kom met de Chinese samenleving op een alternatieve manier buiten het bezoeken van een tempel, een markt of een restaurant om. Ook het vinden van iets dat buiten de gebaande paden valt kan een aangename ervaring zijn, omdat je dan moet gaan improviseren en je vaak op verrassende plekken beland. Het derde doel is het vinden van een plek waar men (liefst goedkope) elektronica verkoopt, omdat ik er toch van overtuigd begin te raken dat het niet meenemen van iets van nieuwe media, buiten mijn telefoon om, het lastig maakt om mijn verhaal van deze reis op papier te zetten en bovendien mijn contact met “'de buitenwereld” te vereenvoudigen. Ik heb weliswaar TV op mijn kamer, maar daar sneeuwt het op alle netten, zelfs het lokale nieuws in Guangzhou is voorzien van de vlokjes, terwijl het hier toch echt aangenaam warm is, zo'n 25 graden overdag. Bovendien kan ik, ondanks dat beelden vaak voor zichzelf spreken, maar weinig nieuws uit de eigen omgeving opvangen. Kortom een I-pad of laptop is tegenwoordig, ondanks mijn reserves, misschien steeds meer onontbeerlijk.

Voor ik hier heen ging dacht ik dat het rondlopen met iets dergelijks misschien wat geforceerd over zou komen. De gebieden die ik ga bezoeken behoren niet tot de rijkste van China. Als reiziger val je al genoeg op en door je, in alle openheid, te bedienen van dergelijke dure zaken zou je, zo dacht ik, misschien wat vreemd overkomen en misschien zelfs aanleiding kunnen geven tot diefstal. De moeilijkheden die ik tegenkom om plekken te vinden met gemeenschappelijk internet en de reactie van de Chinezen als je naar een dergelijke plek vraagt, doen mij vermoeden dat de ontwikkeling van deze samenleving in de afgelopen paar jaar een voorsprong heeft genomen van enkele tientallen jaren op mijn eigen ontwikkeling.

Zo pel je iedere keer een laagje af, als bij een ui, van je oorspronkelijke idee over een land en zijn gebruiken. Zo'n laagje noemen we een vooroordeel en het zou best eens kunnen dat er uiteindelijk na het afpellen van vele van deze laagjes niets in je handen overblijft van het oorspronkelijke idee van wat je dacht aan te treffen. Zo dacht ik ook altijd dat Chinezen erg op zichzelf en naar zichzelf gekeerd waren en vrij ontoegankelijk, maar ben ik er na deze dagen achter gekomen dat ook dit een laagje van diezelfde ui is. Veel zijn heel wel bereid om je te helpen en te woord te staan, vinden het leuk om met je te spreken, zelfs met de enorme taalbarriëre, zijn nieuwsgierig naar waar je vandaan komt. Een ander vooroordeel is dat de preutse samenleving die de Chinese nog steeds is, dit lijkt me meer een feit dan een vooroordeel, leidt tot een straatmodebeeld die daarmee overeen stemt. Dit is niet het geval. De mode is hier ultra-kort wat de dames betreft en de minirok is hier bij deze temperatuur een veel voorkomend kledingstuk. Sta niet vreemd te kijken als je in de metro of op straat geconfronteerd wordt met iemand die, slechts gehuld in een kort hemdje en minirok, zich van of naar het werk of opleiding snelt. Waar je zelfs in Nederland nog enige fronsende blikken zou ontvangen, lijkt het hier tot geen reactie te leiden.

Omdat ik het vermoeden heb dat mijn hotel geen service biedt om mijn kleren te laten wassen, probeer ik het in de lobby van het “echte” hotel. Aangezien de strenge manager vrij lijkt te zijn, maar meer waarschijnlijk de avonddienst heeft, kan ik misschien een poging wagen. Uiteraard kunnen ze mij deze service niet verstrekken, maar het personeel is wel bereidt om het woord laundry-service in Chinese tekens op te schrijven, zodat ik dat aan een taxi-chauffeur kan geven. Buiten geef ik het briefje aan de taxi-chauffeur, maar hij neemt het eerst mee de lobby in en doet wat navraag. Volgens het personeel achter de balie zit er bij sommige metro-stations een wasserette waar je spullen kunt inleveren. Hoewel ik eerst dacht dat ze me verkeerd hadden begrepen, is het misschien helemaal niet zo vreemd en misschien wel een logische plek. Mensen kunnen het voor hun werk inleveren en na afloop misschien weer ophalen. De taxi-chauffeur heeft wat moeite om de betreffende metro-ingang te vinden waar het zich bevindt en als we er uiteindelijk zijn, vraag ik hem de naam in het chinees op te schrijven van de betreffende ingang, zodat ik het later terug kan vinden. Het briefje dat hij vervolgens voor me produceert, had ik zelf gemaakt kunnen hebben. Ik begrijp dat hij de Chinese tekens niet kan lezen en schrijven en hij kopieert ze al kijkend naar het origineel en tekent ze simpelweg na, wat leidt tot een hilarisch resultaat, waar hij zelf nog het meest om kan lachen. Als ik bij wijze van grap pen en papier van hem overneem en zelf de Chinese tekens probeer te produceren heeft hij de grootste lol. Dit verklaart waarom hij nog even de lobby in liep, hij moest even vragen wat ze eigenlijk hadden opgeschreven. Hoe iemand die niet kan lezen en schrijven zich staande houdt in een wereldstad met 10 miljoen inwoners, werkzaam als taxichauffeur is me een raadsel, maar het levert hem van mijn kant wel een flinke fooi op. Hoewel het niet gebruikelijk is om fooien te geven in China, merk ik dat hij er geen enkele moeite mee heeft hem te accepteren.

Eenmaal binnen in de hal van de metro wijst een bewaker mij de wasserette en ik loop erheen. Als ik er arriveer, maakt het meisje achter de balie een afwerend gebaar. Blijkbaar wil ze mij niet als klant, of bedoelt ze dat alleen conversatie in het Chinees mogelijk is. Er verschijnt nu een jongen op het toneel die het zelfde gebaar maakt, hij wijst op de computer en schudt nee. Ik besluit weg te gaan en mijn wasgoed te gaan halen, dat communiceert makkelijker. Als ze zien dat ik wasgoed bij me heb weten ze wat ik aan hun balie kom doen en kunnen we ons verbale onvermogen omzetten in fysieke daadkracht. “Ah, wasgoed, zullen ze denken”, geen communicatie nodig. Het blijkt maar een stationnetje van mijn hotel en ik sta met een half uurtje weer in de lobby, waar ik Dereck tegen het lijf loop.

Hij blijkt heel geïnteresseerd in mijn verhaal over het wasgoed, omdat hij al een maand kampt met het probleem, waar zijn was te laten doen. Het hotel rekent hem reusachtige prijzen en hij vind dit eigenlijk zonde van zijn geld. Hij stelt voor met me mee te lopen als ik het wasgoed weg breng. Onderweg valt het hem op hoe makkelijk ik de weg weet in de metro en op straat. Hij is hier een maand en ik lijk de weg beter te weten dan hem. Ik besluit hem niet te vertellen van de moeite die ik heb gehad om mijn hotel terug te vinden en de vele keren dat ik verkeerd uit de metro gekomen ben, waardoor ik het gebied iets te goed heb leren kennen. Ook mijn vermeende kennis van het metrostelsel is te verklaren uit het feit dat ik me soms een ongeluk heb gezocht, maar ik besluit hem deze wapenfeiten niet te vertellen.

Eenmaal aangekomen bij de wasserette zet ik trots het wasgoed, na enige wachttijd op andere klanten die schone was komen afhalen, op de toonbank en kijk de twee uitdagend aan. Echter weer schudden ze beiden hun hoofd en ook als ik spullen uit de zak haal krijg ik een nee. ”Kan ik u helpen”, vraagt een Chinese dame achter in de rij aan me in het Engels. Ik vraag haar waarom de jongelui achter de toonbank me niet willen helpen en ze zegt iets in het Chinees tegen ze. “Ze kunnen u niet helpen, omdat de computer stuk is, zonder computer kunnen ze niets innemen”. Ik vraag of ik het wasgoed hier achter mag laten en op een later tijdstip terug kan komen. Dit blijkt onmogelijk, dat is niet volgens de regels en daar mag niet van worden afgeweken. Is er nog een ander in de buurt dan, probeer ik het en de vrouw vindt bij navraag dat er twee stations verderop, ze hebben het opgeschreven, nog eenzelfde wasserette is. “Ik heb genoeg gezien”, zegt Dereck en hij vertrekt elders en ik ook om het verderop te gaan proberen.

Ook de tweede wasserette is eenvoudig te vinden. Als ik na enig wachten aan de beurt ben is er ondanks de verschillende talen geen barriëre, de man achter de balie keert de zak gelijk om. Dit is bijzonder, want het gaat hier om vuil wasgoed en, hoewel niet buitensporig vies, toch ook mijn vuile ondergoed en sokken. Zonder handschoenen pakt hij elk kledingstuk tussen zijn vingers op, houdt het in de lucht, bekijkt het rustig en verdeelt het in verschillende stapeltjes. Zo heb ik een stapeltje met ondergoed, met sokken, met de verschillende t-shirts, met wat sweaters, een broek. Van ieder stapeltje wordt afzonderlijk een bon uitgeschreven, hij maakt er in totaal vier. De sokken worden niet gewassen, want, zo maakt hij mij duidelijk, ze staan niet op “DE LIJST”. Hij wijst op de prijslijst en ik zal moeten geloven dat het woord sokken daar inderdaad niet tussen staat. Wel zie ik allerlei blijkbaar andere artikelen, met de afzonderlijke prijzen erachter. Ik doe nog een poging om de sokken te promoveren naar de “DE LIJST”, door ze voor de prijs van het ondergoed te laten wassen, maar hij is onvermurwbaar, regels zijn regels en “wie als sok is geboren, wordt nooit een onderbroek”, moet het spreekwoord in China luiden.

Ik leg me er bij neer en zie dat de rij klanten achter me al aardig is toegenomen in lengte. Ik zet mijn handtekening onder de vier bonnetjes en de sokken gaan terug in mijn plastic zak. Dan geeft hij mij de totale prijs van dit beetje wasgoed. Het blijkt het dubbele te zijn van wat ik in Nederland betaal voor een driedubbele hoeveelheid, het is dus eigenlijk heel erg duur. Omdat het nu eenmaal toch moet gebeuren en ik morgenavond de stad weer verlaat, leg ik me er bij neer dat het doen van de was ongeveer net zoveel kost als twee of drie hotelovernachtingen, maar dan komt de grootste verrassing. Het is over 6 dagen klaar!!!!! 25 euro en bijna een week wachten, dan gaat de deal, die nu al een half uur heeft geduurd, niet door. Zo lang kan ik niet wachten. Ik speur in de rij achter me die wisselt van lengte, omdat niet iedereen achter me op vakantie is en tijd zat heeft, naar een gezicht van iemand, die lijkt Engels te kunnen spreken en die vind ik bij een jongeman, die, zo verzin ik zelf, student is. Hij spreekt inderdaad Engels en ik leg hem de situatie voor en vraag hem uit te leggen waarom al het werk voor niets is geweest. Dit doet de jongen en vervolgens wordt hij zo overladen door verontschuldigingen door de medewerker achter de balie aan mijn adres dat hij van lieverlee ook zijn verontschuldigingen aan mij begint aan te bieden. Voor hij “namens het gehele Chinese volk” eraan gaat toevoegen, pak ik mijn wasgoed bij elkaar en maak mij uit de voeten.

Ik ben nu uren verder en loop nog steeds met mijn wasgoed rond in plaats van met een toeristisch gidsje en een camera. Dan maar terug naar het hotel. Als ik uit de metro stap, zie ik het luxe hotel, mijn orieëntatiepunt vanuit de metro, en ik krijg een idee. Ik stap de lobby in en vindt dat een van de 6 medewerkers Engels spreekt (een hoog aantal voor een hotel, zal ik in de rest van mijn trip merken). Ik leg haar uit dat mijn hotel geen service heeft om mijn was te doen “Uw hotel heeft geen service om de was te doen?”, hoor ik haar vragend herhalen. Ze lijkt zich te realiseren dat ze met iets geconfronteerd wordt, waar ze alleen in verhalen over gehoord had. Dat dergelijke zaken zich ook in China afspeelden, had ze, tot ik haar inlichtte, geen weet van. Deze wetenschap over zoveel onrecht schept een band, want ze besluit me te helpen en tikt een telefoonnummer. “Er is iemand onderweg die u gaat helpen, dit is niet ons beleid, maar omdat u weinig tijd heeft en....” , nu moet ze alweer het ongelooflijke uitspreken “.....uw hotel heeft geen laundry-service.....” Er verschijnt een dame in keurig mantelpak, die wordt voorgesteld als “the Cleaning Lady”. Zoals ze gekleed gaat moeten we dit letterlijk nemen. We gaan door een deur met een code erop. Deze code dien ik goed the onthouden, want morgen dien ik mijn wasgoed zelf op te halen en dan moet ik deze deur weer door begrijp ik uit haar gebaren, ik besluit het op te schrijven. We dalen een trap af en belanden in de catacomben van het hotel, de facade van luxe is hier nihil en in een ruimte verderop, in een van de vele gangen, onderwerpt ze mijn wasgoed aan dezelfde minitieuze inspectie als de man op het metro-station deed. Ook hier wordt een bon gemaakt en ook hier is het duurder dan ik thuis zou betalen, maar een stuk goedkoper dan een uurtje geleden.

Als ik weer buiten sta is het inmiddels 12 uur 's middags, om 9 uur ben ik vanuit mijn hotel weggegaan en nu 3 uur later heb ik mijn wasgoed enkele honderden meters verderop bij een ander hotel ingeleverd. Als dit tekenend is voor de rest van mijn reis dan kom ik waarschijnlijk tijd te kort, maar ik besluit me toch op de andere twee zaken te storten, die ik me had voorgenomen en ga op de 18e verdieping op zoek naar de vrouw van de eigenaar van het hotel voor wat tips aangaande fitness en een aan te schaffen laptop. Als ik haar vertel hoeveel moeite het me gekost heeft om mijn wasgoed weg te brengen, zegt ze dat ik het bij haar had kunnen inleveren, dan had ze het aan de schoonmaakster meegegeven en die had het thuis voor me tegen een vergoeding gedaan (!?) Voortaan eerst hier vragen en dan doen, denk ik bij mezelf.

In mijn hotel hebben ze geen idee, waar ik zou kunnen fitnessen. “We hadden hier boven een fitness-ruimte, maar daar maakte niemand gebruik van, dus die hebben we gesloten.” Dat was mij bekend, want een van de redenen dat ik dit hotel boekte, was deze service, die eenmaal aangekomen niet bleek te bestaan. De vrouw schrijft in het Chinees het woord fitness op een papiertje en het volgende dat ik haar vraag is een plek, waar vooral veel en goedkope elektronica te koop is. Dit is een makkelijker vraag. Ik vraag haar een plek op te schrijven met vooral veel aanbod. Als ik in de metro sta, zie ik op de kaart dat zich een groot sportcentrum bevindt niet ver van mijn halte, ik besluit mijn geluk daar te beproeven. Als ik er arriveer blijkt zich rond het inderdaad enorme stadion een veelvoud aan sportclubs te bevinden, vandaag echter is het gehele terrein volgezet met tenten en stands. Overal wordt voedsel aangeboden uit verschillende delen van China. Ook is er een enorme markt waar echt van alles, van voedsel tot kleding en zelfs wapens te koop zijn. Dit maakt het moeilijk zoeken naar dat wat ik zoek, als ik mensen de weg vraag lopen de aangewezen routes dood in het woud van standjes en tentjes en ik besluit al snel om mijn plannen hier op te geven en de markt te verkennen. De nieuwste I-phones zie ik er te koop liggen voor slechts 40 euro, maar daar heb ik niet veel vertrouwen in. Ik had iemand beloofd er een mee te nemen, maar deze ziet er uit als een telefoon van 40 euro en niet als de bestelde kopie van het origineel. Op mijn vraag of ze hier ook de bekende nep-horloges verkopen, moeten ze me het antwoord schuldig blijven en hoe ik ook zoek, ze zijn niet te krijgen. Dan maar even verschillende gerechten geproefd. Ik besluit wat vlees-spiezen uit te proberen, traditioneel is dit moslim-chinees voedsel en dit smaakt altijd heerlijk. Ook hier. Opvallend is ook dat ik de enige niet-chinees ben bij dit geheel, je zou denken dat iets dergelijks meer toeristen van Westerse snit aanlokt, maar of ze zijn er niet of het is geen bekend, misschien zelfs een lokaal gebruik. Vragen kan ik het in ieder geval aan niemand, want ik krijg niet de indruk dat er mensen zijn die Engels spreken. Ik heb genoeg gegeten en gezien en ik besluit de Metro weer op te zoeken. Ik bevind me nu echter op een ander punt dan toen ik binnenkwam en na een tijdje lopen, besluit ik een agent te vragen waar zich de metro-ingang bevindt. Ik weet dat het Chinese woord voor metro “didier” is, uitgeproken als de franse naam, maar dat ligt hier blijkbaar anders, want dit woord maakt geen rectie bij hem los, “subway “ echter doet hem opleven en hij wijst me een punt verderop in de straat aan. Ik zie het nog steeds niet maar op een trap zitten een paar hippe jongelui, naar mijn mening spreken die wel Engels. Ik vraag hen naar zowel de Chinese als de Engelse metro, maar ze lijken me niet te begrijpen. Ik besluit wat aan mijn Chinese uitspraak te gaan doen, het woord “didier” wordt achtereenvolgens“zzizjeh”, “didjuh” , “didijeee”, “zjiezjee”, niets doet een lichtje gaan branden. Anderen komen er bij staan, er vormt zich een groep van zo'n 10 personen om mij en de jongelui heen, iedereen is nieuwsgierig naar wat ik bedoel. Ik besluit treingeluiden te produceren en naar de grond te wijzen, schepbewegingen moeten duidelijk maken dat er een gat in de grond is gegraven, waar nu een trein door heen raast, niets helpt. Dan passeert iemand, die een beetje Engels spreekt en die weet wat ik bedoel. Ik vraag hem het aan de anderen te vertellen. Nu gebeurt er iets vreemds, ik merk aan sommige reacties dat ze ook bij deze Chinese man niet weten wat hij bedoelt. De twee jongelui voorop. Nog steeds lijken ze te twijfelen aan wat er wordt bedoelt. Ze blijken op de trap te zitten die zich boven de metro-ingang bevindt, dus het is geen moeilijke vraag geweest. Zal deze verwarring nou komen door de verschillende Chinese dialecten, ik vermoed het, want het kan toch niet zo zijn dat 5 van deze tien mensen in deze grote stad niet weten wat een metro is. Ik had al eerder gehoord, dat de verschillende dialecten in China zo uiteen lopen, dat mensen elkaar niet kunnen verstaan. Het geschreven woord biedt hier uitkomst, want dat is overal in China hetzelfde, maar dan moet men wel kunnen lezen en schrijven natuurlijk, dus voor mij zal de verwarring nog wel even doorgaan.

Mijn volgende doel was het aanschaffen van ofwel een laptop, ofwel iets dat er op lijkt, om enig contact met de buitenwereld te kunnen onderhouden Na twee keer in de verkeerde trein in de metro te zijn beland, kom ik erachter dat het station niet zo simpel te vinden is als ik dacht. Het traject splitst zich en na enig gezoek kom ik erachter dat de verschillende perrons zich op verschillende hoogtes bevinden en het dus een kwestie is van de juiste roltrap nemen naar het bedoelde perron, Deze roltrappen zitten naast elkaar, waarbij de een dieper ondergronds gaat dan de ander, als je dit niet door hebt, sta je vanzelf op het verkeerde perron. Nu ik de juiste halte gevonden heb, zie ik buiten direkt dat dit de juiste lokatie is. Warenhuis na warenhuis vol met elektronica, verspreidt over vele verdiepingen, met de onvermijdelijke hoofdrol voor de telefonie. Overal waar ik kijk zijn achter de balies zeker 5 tot 10 verkopers aanwezig, ik zou niet kunnen stellen dat ze actief aan het verkopen zijn, zoveel klanten zijn er niet. Hierdoor heeft iedereen ruim de tijd om zich op mij te storten en dit geeft een behoorlijk onaangenaam gevoel. Niet iedere verkoper is even aangenaam gezelschap in dit woud van winkels en winkeltjes en hoewel ik ze niet kan verstaan, lijken vele mij ronduit onbeschoft, met name de luidruchtigste. Als ik zo om me heen kijk zie ik weinig prijsverschil met het aanbod in eigen land en de bedoeling is om hier niet te veel geld uit te geven. Mocht het apparaat niet te lang meegaan, kan ik moeilijk gebruik maken van de garantie en als het niet te veel heeft gekost, neem je toch weer makkelijker afstand van elkaar, dus is het zaak nog even verder te kijken. Dan stuit ik op Kim, die een soort I-pads in de aanbieding heeft die zeer schappelijk in prijs zijn en eruit zien als het origineel, dus ook nog dienst kunnen doen als een leuk souvenir. Na enig overleg besluit ik er een te kopen, inclusief toetsenbord en hoes en blij dat ik dit gebouw weer de rug toe kan keren, sta ik weer op straat. Nu is het een kwestie van terug naar de metro, maar waar was dat ding ook al weer. Ik loop zo'n 50 meter en vind een sportschool. Erbuiten staan mensen te flyeren en ik wordt door een van hen meegenomen naar binnen en op een stoel geposteerd. Er wordt een Engels sprekend iemand gevonden die me rond kan leiden en de details met me doorneemt. Ik vertel hem dat ik morgen terug kom en als ik weer op straat sta, bedenk ik me dat ik hier de halve ochtend naar gezocht heb zonder resultaat. De metro blijkt nu ook weer vlakbij en ik besluit terug te gaan naar mijn hotel en het nieuw verworven apparaat uit te testen en op te laden. Ik kom er al snel achter dat hij moet worden opgeladen door er een andere computer aan vast te koppelen, dus besluit ik even bij het management van het hotel aan te kloppen om het daar in de usb-ingang van hun computer op te laden. Het is druk in het kantoor, waarschijnlijk allemaal kennissen van de eigenaar en al snel beginnen mensen mij de gebruikelijke vragen te stellen. Ik breng ze op de hoogte van mijn reisdoelen de komende weken. Een persoon ontfermd zich over mijn nieuwe aanschaf test hem zo'n 5 seconden en zegt “Dat is niks, koop liever de echte I-pad”. Ik leg hem uit waarom ik deze gekocht heb, maar in de uitleg vermijd ik te melden dat ik het origineel te duur vindt, want dat is hij voor deze mensen duidelijk niet en je wilt toch over komen als de bemiddelde toerist. Terwijl ik wacht tot het apparaat is opgeladen, verken ik de omgeving van het hotel. In het gebouw waarin mijn hotel zich bevind blijken zich ook enorm veel winkels te bevinden en ik besluit om te kijken of ze hier ook de zogenaamde nep-horloges verkopen. Ik heb de keus uit duizenden van die dingen en ik besluit er alvast eentje te kopen. Verdere aankopen doe ik liever op de terugreis, want anders moet ik het met me meeslepen. Ik vindt een eettentje om de hoek en als ik me 's avonds wederom meld in het kantoor blijkt mijn nieuwe aanschaf zich nog niet te hebben opgeladen. Ik zal er dus mee terug moeten en hem omruilen. Gelukkig moet ik er toch in de buurt zijn, omdat ik morgen daar ga fitnessen. Niet zo'n goede start bij deze aankoop, maar misschien kan ik dan gelijk een lader kopen, want deze manier is te omslachtig. De volgende dag verloopt soepel, mijn rugzak heb ik in het kantoor gezet na het uitchecken, die haal ik voor mijn vertrek naar Guilin op. Het omruilen gaat soepel, ik krijg een andere en hoewel Kim nog wel constateert dat hij bij haar wel oplaadt, toch maar een andere graag. Tijdens de training kom ik erachter dat het heel gebruikelijk is om, als je gewichten iets te zwaar voor je worden, je ze met kracht van je af kan gooien op de grond, waar ze, als je mazzel hebt, niet op de voeten stuiteren van degene die vlak bij je zit (ik). Verder blijkt het tussen de middag nog behoorlijk druk te kunnen gaan worden, waarbij het opvalt dat ik hier, in tegenstelling tot Hong Kong, de enige niet-Chinees ben. Het is er niet ongezellig, maar communicatie is beperkt. Wel is er een boksring aanwezig en ik zie aan de gebaren dat enkelen wel een paar rondjes zouden willen proberen, maar daar trap ik niet in, ik zal weinig kans hebben, vermoed ik. Langzaam wordt het tijd naar de volgende stad, Guilin, te gaan en ik haal mijn spullen op in het hotel.

 

 

 

 

 

Foto’s

3 Reacties

  1. Marlies:
    25 januari 2013
    Geweldig verslag, Gerrit. Maar waar is de rest gebleven? Of doe ik iets verkeerd?
  2. Marlies:
    25 januari 2013
    Sorry, ik heb het gevonden.
  3. Marja:
    27 januari 2013
    Het is weer een top verslag Gerrit !. Ik ben benieuwd naar de rest....